caparol_pim_import/caparol_be/products/image/212711/061420_EXC_Sylitol-Finish_130_B1_WA_10_LT_NL.png

Sylitol® Finish 130

Voor weerbestendige gevel- en egalisatie-afwerkingen op basis van silicaat.
Sylitol® Finish 130 is een afwerkingslaag op basis van silicaat waaraan het bindmiddel kaliwaterglas met organische stabilisatoren is toegevoegd. Sylitol® Finish 130 is klaar voor gebruik.
Sylitol® Finish 130 is geschikt als afwerklaag voor weersbestendige oppervlakken, is goed dekkend, lichtecht en zeer waterdampopen. De muurverf heeft een hoog witgehalte.
Sylitol® Finish 130 is geschikt als afwerklaag voor onbehandeld, mineraal pleisterwerk; vaste natuursteen en natuursteen zonder uitbloeiingen; kalkzandstenen metselwerk en oude muurverflagen en pleisterwerk.

Eigenschappen

  • geschikt als egalisatielaag
  • absorberend
  • zonder biocide als coatingbescherming
  • CO2 -doorlatend
  • dubbel verkiezelend, kwarts toegevoegd
  • in vele kleuren, waterverdunbaar

Materiaalbasis

Bindmiddelcombinatie op silicaatbasis - kaliwatergros met organische stabilisatoren

Verpakking

2,5 en 10 liter

Kleur

Volgens het ColorExpress-systeem op kleur te brengen naar kleuren uit de meest gangbare kleurenwaaiers. De kleurmogelijkheden zijn beperkt. Voor gebruik de kleur controleren. Op grote oppervlakken steeds materiaal verwerken met hetzelfde chargenummer.
Heldere en intensieve kleuren zoals geel, oranje, rood etc. hebben matige dekkracht. Het aanbrengen van een grondlaag in ongeveer de eindkleur vanuit basis wit is aan te bevelen. Een tweede afwerklaag kan noodzakelijk zijn.

Kleurvast conform BSF nr. 26:
Klasse: B
Groep: 1

Glansgraad

Mat, klasse G3

conform DIN 13300/ISO 2813:2014

Opslag

Koel maar vorstvrij bewaren.
Aangebroken verpakkingen goed sluiten. Materiaal uitsluitend opslaan in emmers van kunststof.
In gesloten verpakking ca. 12 maanden houdbaar.

Technische eigenschappen

Conform DIN EN 1062:
Bij materiaal op kleur kunnen de technische gegevens iets afwijken.

Vastestofgehalte:
Gewichts%: 59.2
Volume%: 40.3



Maximale korrelgrootte

< 100 µm, klasse S1

Soortelijke massa

ca. 1,5 g/cm³

Drogelaagdikte

100–200 µm, klasse E3

Wateropname

≤ 0,1 [kg/(m2 · h0,5)] (laag), klasse W3

Waterdampdoorlaatbaarheid (µ waarde)

 < 0,14 (0,04) m (hoog), klasse V1

Aanvullende producten

Sylitol® RapidGrund 111
CapaGrund Universal
Universal Compact

Toepassing conform technisch informatieblad nr. 606

binnen 1binnen 2binnen 3buiten 1buiten 2
---++
(–) niet geschikt / (○) beperkt geschikt / (+) geschikt

Geschikte ondergronden

De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen.

Voorbereiding van de ondergrond

Nieuwe en bestaande, intacte WDVS-systemen met oppervlakken in silicaat-, kalk-(PIc), Kalk-Zementpleister (PII) soasl Sylitol® Fassadenputz, Capatect-Mineral-Leichtputz en Capatect Mineralputz conform DIN EN 998-1 met 1N/mm2.

Oude pleisters volgens de geschikte methode nat reinigen. Bij reiniging met druk-waterstralen met een max. temperatuur van 60°C en een druk van max. 60 bar. Na de reiniging voldoende laten drogen. Een laag met Sylitol® Finish 130 naargelang de voorhanden soort eindpleister aanbrengen.

Pleisterlagenvan de mortelgroepen PIc, PII en PIII/min. drukvastheid conform DIN EN 998-1 met 1N/mm2
Nieuwe pleisterlagen zullen, afhankelijk van het jaargetijde en de temperatuur, 2-4 weken moeten uitharden en drogen. Zonodig een langere droogtijd aanhouden.
Bij oude vasthechtende pleisters het vuil manueel of machinaal verwijderen, de plaatselijke voorschriften in acht nemen, bijv. door drukwaterstralen of hogedrukwaterstralen met toevoeging van zand. Vochtig zandstralen kan enkel bij pleisters uit de mortelgroepen PII en PIII.

Pleisterwerk met poederende toplaag
Poederende toplagen, die de hechting nadelig beïnvloeden, verwijderen door
fluateren met Histolith® Fluat en nawassen met water.

Pleisterwerk met sinterhuid
Sinterhuid, te herkennen aan het zwak glanzende uiterlijk, verwijderen door fluateren met Histolith® Fluat en nawassen met water.

Reparaties
Let op dat bij het repareren van open scheuren en beschadigd pleisterwerk de sterkte van de reparatiemortel overeenkomt met de sterkte en de structuur van het bestaande pleisterwerk.

Voor reparatiewerkzaamheden zijn vooral kant-en-klaar-mortels op basis van Tras-kalk/Tras-cement geschikt. De reparatieplekken moeten voor het aanbrengen van de verflagen goed uitgehard en droog zijn en grondig gefluateerd met Histolith® Fluat (tot ruim buiten de reparatieplekken) en nagewassen worden. Fluateer bij grote reparaties zowel het oude als het nieuwe pleisterwerk.

Oude minerale verflagen
Goed hechtende verflagen droog of nat reinigen. Niet goed hechtende, verweerde minerale verflagen verwijderen door schuren, schrappen of afbijten. Het totale oppervlak goed naspoelen met water. Een voorstrijklaag aanbrengen met een mengsel van Sylitol® RapidGrund 111 en water in de verhouding van 1 : 1 tot 2.

Oude, niet goed hechtende dispersieverflagen
Niet goed hechtende dispersieverflagen volledig verwijderen, bijvoorbeeld door afbijten en hogedruk waterstralen, volgens plaatselijk voorschrift. Afgebeten, niet-zuigende oppervlakken voorstrijken met Sylitol-Minera. Afgebeten, sterk zuigende oppervlakken voorstrijken met een mengsel van Sylitol® RapidGrund 111 en water in de verhouding van 1 : 1 tot 2, gevolgd door een tussenlaag met Universal Compact.

Oude, matte, goed hechtende dispersieverflagen
Vuil en lichte verkrijting door hogedruk waterstralen grondig verwijderen, volgens plaatselijk voorschrift. Een tussenlaag aanbrengen met Universal Compact.

Zanderig pleisterwerk
Droog afborstelen en het gehele oppervlak reinigen door hogedruk waterstralen.

Oud, goedhechtend pleisterwerk uit de mortelgroepen PIc, PII en PIII
Het gehele oppervlak reinigen door afborstelen, waterstralen (PIc) of hogedruk reinigen met water en zand (PII en PIII), volgens plaatselijk voorschrift.
Pleisterwerk met mos- en algengroei reinigen door waterstralen en behandelen met een mos- en algendodend middel. 

Mineraal- of silicaatgebonden pleisterwerk op gevelisolatie
Vervuild en met algen verontreinigd pleisterwerk reinigen door lagedruk waterstalen. Zonodig een reinigingsmiddel toevoegen. Pas geen mechanische reinigingsmethode toe. Mos- en algengroei verwijderen.

Kalkzandsteen
Alleen vorstbestendige gevelstenen zonder inwendige verontreinigingen, zoals zand- en leemophopingen, zijn geschikt om met verf te behandelen. Het voegwerk moet zonder scheuren zijn uitgevoerd en mag geen middelen bevatten die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. Zoutuitbloeiingen droog afborstelen. Bij poederende oppervlakken de ondergrond fluateren met Histolith® Fluat en nawassen. Aansluitingen van dak, vensters en maaiveld moeten zijn uitgevoerd volgens de richtlijnen van de kalkzandsteenindustrie.

Natuursteen
Natuursteen moet vast, droog en vrij zijn van uitbloeiingen. Aan het oppervlak
verweerde natuursteen voor het schilderen meerdere keren behandelen met
kiezelzuurester. Vervuilde natuursteen door waterstralen reinigen. Reparaties met speciaal natuursteenreparatiemateriaal uitvoeren. De reparatie moet goed zijn uitgehard en moet worden gefluateerd. Altijd nawassen met schoon water.

Optrekkend vocht
Door optrekkend vocht worden verflagen vroegtijdig aangetast. Een duurzaam
resultaat wordt alleen bereikt door het aanbrengen van een goede waterkering.
Een goede en langdurig werkende oplossing wordt ook bereikt door het aanbrengen van een saneerpleistersysteem. Ook kan bij oudere gebouwen een kiezelbed in het maaiveld rondom het gebouw worden aangebracht.

Verwerkingsmethode

Sylitol® Finish 130 aanbrengen met kwast en roller.

Opbouw van het systeem

Verwerkingsmethode:

Op matig en gelijkmatig zuigend pleisterwerk, kalkzandstenen metselwerk en voorgestreken ondergronden:
De ondergrond op de juiste wijze voorbehandelen. Een grondlaag aanbrengen met Sylitol® Finish 130, verdund met maximaal 10% Sylitol Rapidgrund 1 op 1 verdund met water.
Een afwerklaag aanbrengen met Sylitol-Finish 130, verdund met maximaal 3 % Sylitol Rapidgrund 1 op 1 verdund met water.

Op sterk en ongelijkmatig zuigend, zanderig pleisterwerk:
De ondergrond op de juiste wijze voorbehandelen. Een grondlaag aanbrengen met Sylitol® RapidGrund 111 en water in een verhouding van 1 : 1 tot 2 .
Sterk zuigend pleisterwerk tweemaal nat-in-nat behandelen.
Een tussenlaag aanbrengen met Sylitol® Finish 130, verdund met maximaal 10% Sylitol Rapidgrund 1 op 1 verdund met water.
Een afwerklaag aanbrengen met Sylitol® Finish 130, verdund met maximaal 3% Sylitol Rapidgrund 1 op 1 verdund met water.

Als egalisatielaag:
Ten vroegste na een droging van de structuurpleister van min. 7 dagen (afhankelijk van de weersomstandigheden), indien nodig Sylitol® Finish 130 met 3% Sylitol® RapidGrund 111 verdunnen.
Voor egalisatielagen in de kleur van de pleister is normaal 1 laag voldoende. Voor een kleurrijke afwerking zijn 2 lagen als grond- en eindlaag nodig.

Verbruik

Ca. 5 - 7 m2/L  per laag op een gladde ondergrond.
Op ruwe oppervlakken naar verhouding meer.

Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object.

Verwerkingsomstandigheden

Min. +8°C en max. +30°C voor materiaal, omgeving en ondergrond tijdens verwerking en droogfase.

Droogtijd

Droogtijd per laag bij een temperatuur van 20 °C en een luchtvochtigheid van 65% minstens 12 uur. Na 24 uur bestand tegen regen.
Lagere temperaturen en hogere luchtvochtigheid verlengen de droogtijd.

Reinigen gereedschap

Gereedschap direct na gebruik reinigen met water. Eventueel een reinigingsmiddel toevoegen. Gereedschap tijdens werkonderbreking in de verf of in water laten staan.

Opmerkingen

Niet verwerken bij een hoge luchtvochtigheid, directe bestraling door de zon, bij regen, mist of sterke wind. Voorzichtig bij kans op nachtvorst. Niet geschikt zijn ondergronden met zoutuitbloeiingen, lakverflagen, kunststof en hout. Niet geschikt voor horizontale vlakken waarop water blijft staan. Op vlakken met weing afschot moet een goede waterafvoer aanwezig zijn.

Bij donkere kleuren kan door mechanische belasting (krassen) lichte strepen, zgn. "schrijfeffect” ontstaan. Dit komt voor bij alle matte muurverven en gaat door vocht, bijv. regen, weer weg. Bij gladde, koele ondergronden of bij een trage droging van de verflaag door weersomstandigheden kunnen door vochtbelasting (regen, dauw, mist) bepaalde hulpstoffen uit de verflaag naar de oppervlakte komen in de vorm van geelachtige, transparante, licht glanzende en/of kleverige strepen. Deze strepen zijn in water oplosbaar en zullen bij voldoende water, bijvoorbeeld na enkele flinke regenbuien, vanzelf verdwijnen. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed. Moet des ondanks toch direct overgeschilderd worden dan eerst de strepen met veel water wegwassen en voorstrijken met CapaGrund Universal. Bij verwerking en droging onder normale omstandigheden komen deze strepen niet voor.

Mengen met andere materialen
Om de specifieke eigenschappen van Sylitol-producten te behouden, niet mengen met andere verfproducten.

Voorzorgsmaatregelen
Omgeving van de te behandelen oppervlakken zorgvuldig afdekken; vooral glas, keramiek, lakwerk, straatstenen, natuursteen en metalen. Spatten onmiddellijk afspoelen met veel water. Bij sterke wind, vooral bij verwerking met roller of spuit, dekkleden aan de steiger bevestigen.

Bouwkundige voorzieningen
Uitspringende bouwdelen, zoals waterslagen, daklijsten, vensterbanken etc. moeten aan de bovenzijde goed worden afgedicht en voldoende overstek hebben om vochtindringing en/of sterke vervuiling te voorkomen.

Zoutuitbloeiingen

Bij het schilderen van oppervlakken met zoutuitbloeiingen en/of vochtopeenhoping kan geen garantie worden gegeven voor een duurzame hechting dan wel voor het wegblijven van zoutuitbloeiingen.

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik

Conform EU-richtlijn


Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden. Buiten het bereik van kinderen houden. Let op! Bij verneveling kunnen gevaarlijke inhaleerbare druppels worden gevormd. Spuitnevel niet inademen. Bevat 1,2- benzisothiazool-3(2H)-on. Kan een allergische reactie veroorzaken. Verfproducten op basis van Kaliwaterglas reageren sterk alkalisch. Derhalve huid en ogen beschermen tegen spuitnevel.

Omgeving van te schilderen oppervlakken zorgvuldig afdekken. Verfspatten op lak, glas, keramiek, metaal, natuursteen direct wegwassen.

Afval

Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.

EU-grenswaarde VOS

De grenswaarde van dit product (cat. A/c) is max. 40 g/l (2010). Dit product bevat max. 20 g/l VOS.

Productcode

BSW10

Inhoudstoffen

Bevat: Polyacrylaathars, Kali-waterglas, Polysiloxaan, Calciumcarbonaat, Silicaat, Minerale pigmenten/-vulstoffen, Titaandioxide, Water, Alifaten, Additieven, Conserveermiddel

Servicecentrum

DAW Belgium B.V.
Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be

Unieke hoeve- en gevelrenovatie met…

Niets is goed genoeg

Een splinternieuw huis behandeld met een…

Opknappen met verf

Abdijkerk opnieuw een pronkstuk

Kaleien vraagt heel wat vakkennis

Lichte kleur geeft hedendaagse look

Hippodroom straalt opnieuw grandeur en…

Geklasseerde Oranjerie schittert weer in…

Histolith en Sylitol, een perfecte…

Een moeilijke opdracht

Een alternatief voor klassieke…

Kaleien, een oude techniek in een nieuw…

Een authentieke look met hedendaagse…