caparol_pim_import/caparol_be/products/image/242140/065786_Klebe_und_Dichtungsmasse_131_SL.png

Capatect Klebe- und Armierungsmasse 131 SL

Minerale lijm- en wapeningsmortel met organische (EPS-parels) lichte toeslagstoffen voor gebruik in de Capatect gevelsystemen

Toepassing

Zeer rendabele minerale lichtgewichtmortel voor het verlijmen en wapenen van gevelisolatieplaten op basis van minerale wol, polystyreen en polyurethaan, alsook op voldoende draagkrachtige minerale ondergronden.

Eigenschappen

  • gemiddelde tot dikke laagdikte van wapening (4-11 mm in één laag)
  • zeer lichte verwerking
  • zeer laag verbruik
  • uitstekend machinaal te verwerken
  • zeer goed standvermogen
  • zeer waterdampdoorlatend
  • goede hechting op alle minerale ondergronden

Verpakking

15 kg zak

Kleur

Natuurwit

Opslag

Koel, droog en vorstvrij.
Beschermen tegen directe zonnestralen. In de originele verpakkingen ongeveer 12 maanden opslagstabiel.

Warmtegeleiding

≤ 0,21 W/(mK) voor P=50 %
≤ 0,23 W/(mK) voor P=90 %

Diffusieweerstandsfactor µ (H2O)

µ ≤ 20 conform DIN EN 998-1

Diffusie-equivalente luchtlaag Sd

sd < 0,1 m conform DIN EN ISO 7783

Drukvastheid

Klasse CS III conform DIN EN 998-1

Schudgewicht (droog)

ca. 0,9 g/cm³ conform DIN EN 1015-6

Hechttreksterkte

≥ 0,08 N/mm2 - breukbeeld A, B of C

Brandreactie

Klasse A2-s1,d0 conform DIN EN 13501-1

Materiaalbasis

Minerale bindmiddelen conform DIN EN 197-1 en DIN EN 459-1

Capillaire wateropname

c ≤ 0,40 kg/(m2min1/2) conform DIN EN 1015-18
Klasse Wc1 conform DIN EN 998-1

Wateropnamecoëfficiënt

w ≤ 0,1 kg/(m2h1/2) conform DIN EN 1062

Product-nr.

131 SL
Vooralleer de structuurpleister aangebracht wordt moet de wapeningslaag naargelang de weersomstandigheden, zuigkracht en gebruikte eindpleister gegrondeerd worden met PutzGrund 610.

Ter bescherming tegen regen tijdens de drogingsphase de stelling eventueel met zeilen afschermen. Bij gebruik en uitvoering rekening houden met DIN V 18550 en DIN 18350, VOB, deel C.

Voorbereiding van de ondergrond

Algemene richtlijnen:

De ondergrond moet egaal, schoon, droog, vast, draagkrachtig en vrij van scheidende of hechtingsremmende substanties zijn. Verontreinigingen en stoffen met een scheidende werking (bv. bekistingsolie), alsmede uitstekende mortelbramen moeten worden verwijderd.

Beschadigde, afbladderende oude verflagen en structuurpleisters moeten zoveel mogelijk worden verwijderd. Holle plekken pleisterwerk moeten worden weggeslagen en gelijk met het oppervlak worden gemaakt. Sterk zuigende, schurende of krijtende ondergronden moeten grondig tot op de vaste substantie worden gereinigd en met een geschikte primer, b.v. Sylitol® RapidGrund 111, worden voorgestreken.

Maskeer vensterbanken en aanbouwdelen. Voorzichtig afdekken van glas, keramiek, klinkers, natuursteen, geverfde en geanodiseerde oppervlakken. De verenigbaarheid van eventuele bestaande coatings met de lijmmortel of grondverf moet door een deskundige worden gecontroleerd.

Materiaalbereiding

Capatect-Klebe- und Armierungsmasse 131 SL kan met alle gangbare doorloopmengers, wormpompen en pleistermachines verwerkt worden, maar kan ook manueel met een krachtige, langzaam draaiende menger met zuiver, koud water tot een klontervrije massa gemengd worden.  Ca. 3 minuten laten rijpen en nogmaals kort oproeren.  Indien nodig kan de consistentie na deze rijptijd door toevoeging van water aangepast worden.
Hoeveelheid water ca. 6-7 l per zak van 15 kg.

Verbruik

Verlijmen:
ca. 3,0–4,0 kg/m2

Wapening:
Per mm laagdikte ca. 0,9 kg/m2.
Deze waarden zijn richtwaarden. Met specifieke objectafhankelijke eigenschappen of met afwijking van de vooropgestelde methode van aanbreng moet rekening gehouden worden.

Verwerkingsomstandigheden

Gedurende de verwerking en de droging mag de temperatuur van zowel de ondergrond als van de omgeving niet lager dan + 5°C en niet hoger dan +30°C zijn. Niet verwerken bij directe zonnestralen,  sterke wind, mist of als de relatieve luchtvochtigheid vrij hoog is.

Afhankelijk van het weer, bedraagt de verwerkingstijd voor manueel gemengd materiaal ca. 2 tot 2,5 uur (potlife), bij machinale verwerking is dat maximum 60 minuten.  Reeds ingedikt materiaal nooit door toevoeging van water opnieuw bruikbaar maken

Droogtijd

Bij 20 °C en 65 % relatieve luchtvochtigheid:

Verlijmen:
Afhankelijk van het weer, fixeren met pluggen of op zijn vroegst na 24 uur opnieuw coaten.

Wapening:
Bij wapeningslaagdiktes tot ca. 6 mm kan, afhankelijk van de weersomstandigheden, met minerale structuurpleisters op zijn vroegst na 2 dagen, met kunsthars- of siliconenharspleisters op zijn vroegst na 5 dagen, bij grotere wapeningslaagdiktes dienovereenkomstig later, opnieuw worden gepleisterd.

Capatect Klebe- und Armierungsmasse 131 SL droogt door hydratatie en fysisch, d.w.z. door verdamping van het aanmaakwater. Vooral in het koele seizoen en bij een hoge luchtvochtigheid wordt de droging daardoor vertraagd.

Reinigen gereedschap

Onmiddellijk na gebruik met water.

Voorbeeld machineuitrusting

Klebe- und Armierungsmasse 131 SL kan met de gangbare pleistermachines aangebracht maken.

1) Doorloopmenher Berö Calypso 15 met standaard-doseer- en mengas en wormpomp Berö Speedy 15 met 1/1 vermogen.
2) Mengpomp bv. PUTZKNECHT S48.3 of PFT G4 (½ vermogen)

Belangrijke gegevens:
Gelieve de gebruiksaanwijzing van de machines steeds te raadplegen

Elektrische aansluiting:
drijfkracht 400 V /16 A (stroomverdeler met FI-stroomonderbreker)

Wateraansluiting:
slang 3/4 met GEKA, noodzakelijke druk bij draaiende machine minstens 2,5 bar

Waterdoorloop:
Ca. 270 l/h (Machine type 1)
Ca. 540 l/h (Machine type 2)
De gewenste consistentie regelen met het fijnregelventiel aan de waterkraan.

Förderschläuche:
Anfangsschläuche – Innen Ø 35 mm, je 13,3 m; Endschlauch – Innen Ø 25 mm, 10,0 m

Toevoerdarm:
maximale lengte ca. 36 m. (objectgebonden en afhankelijk van de        temperatuur)

Pistool:
spuitkoppen 8-12 mm

Alvorens lijm door te pompen eerst kalkpapje of behangsellijmpap doorstuwen.

Bij werkonderbrekingen de toevoerdarm niet in de volle zon laten staan, materiaalemmer bijv. met folie afdekken en pistool en spuitkop onder water bewaren. Standtijd max. 30 min. tot verder werken, daar anders het materiaal in de slang kan hard worden.

Verlijmen van de isolatieplaat

Het verlijmen gebeurt volvlakkig of in de Worst-Punt-methode. (Het totale lijmoppervlak zal steeds minstens 40 % van de plaat beslaan). 

De voegen tussen de isolatieplaten moeten vrij blijven van lijm.

Dicht voegen tussen isolatieplaten nooit af met lijm, maar met isolatiestrips of PU-vulschuim (vlamvertragend). Leg de isolatieplaten in een verspringend patroon en druk ze stevig tegen elkaar.

Worst-punt-methode:
Breng een rand rondom de plank aan, zodat er geen lijm in de stoot- of bedvoeg wordt gedrukt wanneer de planken worden gestoten.

Voor 0,5 m2 isolatieplaat oppervlak, stel 3 - 6 lijmpunten in.

Bevestig isolatieplaten nooit alleen met puntverlijming.

Tandbed methode
Alleen gebruiken op effen ondergronden. Onmiddellijk na het aanbrengen van de lijm, de isolatieplaten op de ondergrond leggen en vastkloppen.

Machinaal aanbrengen van lijm
Breng materiaal aan op de achterkant van de isolatieplaat met een geschikte mortelpomp en lijmpistool.
Bij gebruik van isolatieplaten waarbij het aanbrengen van lijm op de ondergrond is toegestaan, kan de lijm ook machinaal op de ondergrond worden aangebracht.

Na het aanbrengen van de lijm worden de isolatieplaten op de ondergrond geplaatst en op hun plaats geklopt. Druk in het bed van de lijmmortel met een schuivende beweging en druk aan.

Opgelet
Raadpleeg bij afwijking van de standaard verlijmingsprocedure het productinformatieblad van het desbetreffende isolatiemateriaal!
Metalen, b.v. titaan-zink, kunnen worden aangetast door direct contact met alkalische mortels.

Wapeningslaag

Na het aanbrengen van de randbescherming op raamkozijnen en randen, brengt u het materiaal aan volgens de gewenste laagdikte met de machine of handmatig met een roestvrijstalen spaan. Het materiaal moet worden aangebracht in een gelijkmatige laagdikte van 5 - 10 mm (enkele laag).

Leg het systeemweefsel in het open mortelbed, overlap 10 cm, en egaliseer. Breng het weefsel ongeveer in het bovenste derde deel van de wapeningslaag aan.

In hoeken van openingen in gebouwen, Capatect Diagonalarmierung 651/00 of weefselstroken (25 x 25 cm) extra diagonaal in de wapening aanbrengen.

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Conform EU richtlijn

Uitsluitend voor professioneel gebruik

Veroorzaakt huidirritatie. Veroorzaakt ernstig oogletsel. Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden. Buiten het bereik van kinderen houden. Stof of nevel niet inademen. Alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte gebruiken. Draag beschermende handschoenen/ oogbescherming. BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM/ arts raadplegen. Achter slot bewaren.

Bevat: cement, portland, chemicaliën, Calciumhydroxide. Waterige cementuitwassingen werken alkalisch

Extra advies: Draag een lange broek! Vermijd langdurig huidcontact met de pleister. Reinig de aangetaste huid onmiddellijk grondig met water. Hoe langer verse pleister op de huid blijft zitten, hoe groter het risico op ernstige huidbeschadiging. Het is essentieel om tijdens het aanbrengen de gezondheids- en veiligheidsinstructies van de fabrikant op te volgen.

Antigifcentrum 070/245 245

Afval

Enkel restlege zakken (stofvrij) ter recyclage aanbieden. Uitgeharde materiaalresten als gemengd bouwafval storten.

Veiligheidsvoorschriften

Zie veiligheidsblad.

Bevat Cement, Calciumhydroxide, Polyvinylacetaathars, , Silicaat, Calciumcarbonaat, Minerale pigmenten/-vulstoffen, Additieven

Giscode

ZP1

Servicecentrum

DAW Belgium B.V.
Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be