caparol_pim_import/caparol_be/products/image/148523/048306_CarbonFix_Carbon_EP.png

Capatect Schlagdübel 061

Schotelplug van kunststof voor de bevestiging van isolatieplaten

Toepassing

Voor de statische bevestiging van de Caparol-gevelsystemen waar om veiligheidsredenen een bevestiging met in de bouwvoorschriften toegelaten pluggen vereist is.

De slagpluggen kunnen, naargelang van de soort isolatie, worden gecombineerd met de Capatect-plugschijven 153/VT90 (Ø 90 mm) en 153/14 (Ø 140 mm). De plugschotels moeten daarbij voor de montage in de gleuven van de plugschijven worden geduwd.

Eigenschappen

  • Toegelaten voor de bevestiging van brandbarrières
  • Uitschuifbare schotel voor een veilige montage
  • Variabele lengte van 25 tot 55 mm voor het optimaal fixeren ook op kritische ondergronden
  • Voor alle ondergronden (A-E)
  • Opname van grote trekkrachten
  • Optimalisate koudebrug

Kleur

zwart

Technische eigenschappen

  • Materiaal: Poly­ethyleen-plughuls en voorgemonteerde, gegalvaniseerde speciale expansienagel met  gecoate glasvezellversterkte inslagkop
  • Diameter schacht: Ø 8 mm
  • Diameter schotel: Ø 60 mm
  • Chi-waarde: 0,001 W/K (puntgerelateerde warmteoverdrachtscoëfficiënt)

Aanvullende producten

Capatect Dübelscheibe 153/VT 90
Capatect Dübelscheibe 153/14

Product-nr.

061
PlugtypeProdukt-
Nr.
Pluglengte[mm]Verankeringsdiepte
hef [mm]
Verpakking
(St./Ktn.)
verbruik
Capatect-
Schlagdübel

Europese technische goedkeuring:

ETA-15/0208; gebruikscategorie conform ETA, d. b. voor wandbouwmaterialen:

A = beton

B = massieve steen

C = holle steen

D = open lichtbeton

E = cellenbeton

Weerschaal ≥ 40



















061/9595≥ 25/45100

Verbruik naar windbelasting, is afhankelijk van:

• windzone

• terreincategorie

• hoogte gebouw

• soort isolatie

Zie de bijbehorende verbruikstabellen van de werfspecifieke methode.












061/115115≥ 25/45
061/135135≥ 25/45
061/155155≥ 25/45
061/175175≥ 25/45
061/195195≥ 25/45
061/215215≥ 25/45
061/235235≥ 25/45
061/255255≥ 25/45
061/275275≥ 25/45
061/295295≥ 25/45

= voor ondergronden A, B, C

= voor ondergronden D, E

































Voorbereiding van de ondergrond

De isolatieplaten egaal en vlak aanbrengen, let op een correcte randverlijming. Bepaal de pluglengte afhankelijk van de verankeringsbasis, eventuele niet-dragende lagen waarmee rekening moet worden gehouden en de te bevestigen systeemdikte.

Montage

Het type plug en de verankeringsdiepte moeten worden afgestemd op de ondergrond en de toe te passen systeemvariant.

De effectieve spreidzone van de plug bedraagt 55 mm. Bij onvoldoende houdwaarden kan de plug met verankeringsdiepten van 25/45 mm ook dieper worden geplaatst.

De pluggaten, Ø 8 mm, moeten met een boormachine (bij holle kamerstenen en cellenbeton zonder slag- en hamerwerking) in een rechte hoek in het dragende deel worden aangebracht. Boor altijd ca. 10 mm dieper dan de gekozen pluglengte. Ontdoe het boorgat van stof en boorstof.

Plaats de voorgemonteerde plug met schotel in de isolatieplaat en sla de stalen stift met een glasvezelversterkte stift naar binnen. De plugschotel moet gelijk liggen met het oppervlak van de isolatieplaat. De plugschotel mag niet in de isolatie zakken.

Controleer altijd of de plug goed vastzit in de ondergrond. Als een plug door de toestand van de ondergrond niet goed vastzit, moet deze worden verwijderd en op een gepaste afstand worden vervangen door een nieuwe.

Aanwijzing:

Bevestiging van minerale wolplaten:

Combineer de Capatect-slagplug 061 met de Capatect-plugschijf 153/VT90 (Ø 90 mm).

Bevestiging van lamellenplaten van minerale wol:

Combineer de Capatect-slagplug 061 met de Capatect-plugschijf 153/14 (Ø 140 mm). Neem de bepalingen ‘Bewaking van de uitvoering’ conform goedkeuringsbericht in acht.

Bepaling van de llengte van de plug:
La > hnom+ ttol+ hD
La = lengte van de plug
hnom = noodzakelijke verankeringsdiepte
ttol = tolerantiecompensatie (dikte van de lijmlaag) en eventueel niet-draagkrachtige bouwdeellagen
hD = Dämmstoffdicke

de tolerantiecompensatie is opgeteld:
+ dikte van de niet dragende lagen (diktes van aanwezige pleister, HWL-platen, enz.
    indien voorhanden, meestal bedraagt de dikte van de aanwezige pleister ca. 20 mm)
+ dikte van de kleefmortellaag na het aandrukken van de isolatieplaten tegen de muur
   (in de regel ca. 10 mm)
+ bijkomende egalisatie van oneffenheden in de gevel
+ eventueel wapeningslaagdikte bij bevestiging door het weefsel

Servicecentrum

DAW Belgium B.V.
Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be