caparol_pim_import/caparol_be/products/image/116190/041687_CT_113_Perimeter_Sockel_Daemmplatte.png

Capatect Sockel- und Perimeterdämmplatte 113

Isolatieplaat van geëxpandeerd polystyreen (EPS) volgens DIN EN 13163 voor het isoleren van sokkels en als perimeterisolatie.

Toepassing

Capatect Sockel- und Perimeterdämmplatte 113 worden toegepast als isolatie voor onder en boven het maaiveld.

Toepasbaar tot 3 meter onder het maaiveld.

Eigenschappen

  • type: EPS 035 PW volgens DIN 4108-10
  • kwaliteitscontrole vogens DIN EN 13163
  • vormvast en krimpvrij
  • waterbestendig
  • toxicologisch ongevaarlijk, bevat geen FCKW, HFCKW, HFKW, HBCD
  • goede hechting van de pleisterlaag door gewafeld oppervlak aan beide zijden (voor diktes van 60 - 300 mm)

Kleur

grijs, oppervlak gewafeld

Opslag

Droog, tegen vocht en UV-licht beschermen. Niet onafgedekt buiten laten staan.

Warmtegeleiding


0,032 W/(mK) tegen de buitenlucht (sokkel) 
0,036 W/(mK) onder het maaiveld (perimeter)

Diffusieweerstandsfactor µ (H2O)

µ = 40/100 conform DIN EN 12086

Drukspanning bij 10% stuik

≥ 150 kPa

Stortgewicht

≤ 30 kg/m³

Brandreactie

Klasse E conform DIN EN 13501-1

Capillaire wateropname

≤ 3 Vol. % conform DIN EN 12087 bij langdurige en totale onderdompeling in water

Product-nr.

113
Capatect Sockel- und Perimeterdämmplatte 113
Formaat1.000 x 500 mm

Kanten-
vorm

20 - 200 mmstomp
> 200 mmmet groef

Het gebouw en de constructiedelen waarvoor Capatect Sockel- und Perimeterdämmplatten 113 worden toegepast, moeten tegen water worden beschermd door een waterdichtingssysteem of deze kan weggelaten worden indien de aard van het materiaal of de constructiewijze dit toelaten.

Beschadigde platen mogen niet verwerkt worden.

Niet afgewerkte isolatieplaten tegen vocht beschermen. Zo snel mogelijk de plaat afwerken met de wapeningspleister.

Een afscheiding tussen sokkel- en gevelisolatie kan het beste worden uitgevoerd door een terugliggende sokkelisolatie.

De sokkelplaat kan ook in hetzelfde vlak als de gevelisolatie geplaatst worden.

Bij toepassing onder het maaiveld moet ondergronds tot ca. 5 cm boven het maaiveld een waterdichte bestrijking op de pleisterlaag worden aangebracht.

Eventuele aanwezige bouwdilataties moeten in het gevelisolatiesysteem worden overgenomen.

Voorbereiding van de ondergrond

De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen. Als ze gebruikt worden in de perimeterzone, moet er een afdichting voorzien zijn.

Voorwaarde voor een toepassing in de perimeter, is de aanwezigheid van een bouwkundige waterdichting.

Verbruik

1 m2/m2

Verwerkingsomstandigheden

Tijdens verwerken en drogen mag de temperatuur omgevings/ en ondergrondtemperatuur niet lager zijn dan 5 °C en niet hoger dan 30 °C.

Aanbrengen isolatieplaat

De isolatieplaten in halfsteensverband aanbrengen. De platen stotend tegen elkaar, zonder naad, worden aangebracht. Kruisvoegen mogen niet voorkomen. Op gebouwhoeken de isolatieplaat vertand aanbrengen en goed aandrukken.

De isolatieplaten verlijmen met een geschikte Capatectlijm. Raadpleeg het technisch Informatieblad van het betreffende product.

De naden tussen de platen dienen vrij te blijven van lijm.

Bij gebruik als perimeterisolatieplaat onder het maaiveld moet de isolatieplaat alleen tegen verschuiven en wegglijden worden bevestigd. Een puntvormige applicatie van lijm is hier toegestaan. Op bitumineuze structurele waterdichting zijn zachte verlijmingen zonder krachtoverbrenging in de waterdichting, b.v. Capatect Klebe- und Dichtungsmasse 114 te gebruiken.

Om plaataftekeningen te vermijden door oneffenheden in het oppervlak zijn dikke lijmlagen met Capatect Klebe- und Dichtungsmasse 114 te vermijden of is rekening te houden met passende droogtijden.
Afhankelijk van de soort ondergrond de bij het systeem behorende lijm op de isolatieplaat aanbrengen in de zogenaamde punt-strookmethode. Minimaal 40 % van het plaatoppervlak moet bedekt zijn met lijm. Deze methode toepassen tot ca. 30 cm onder het maaiveld.

De verwerking van de isolatieplaten in de bepleisterde zichtbare zone van de sokkel komt in hoofdzaak overeen met de verwerkingsmethode van een ETICS. De lijm (geen bitumenlijm) wordt volgens de punt -strooklijmmethode met ten minste 40% lijmcontact of volgens de kambedmethode aangebracht op de achterzijde van de isolatieplaat. Deze bevestigingsmethode is ook geschikt voor zones tot ca. 30 cm onder het maaiveld als de isolatieplaten deel uitmaken van het gepleisterde sokkelisolatiesysteem.

Een zichtbare overgang door verschillende methodes van verlijming moet voorkomen worden door geen te grote lijmdiktes toe te passen.

De stootvoeg van de isolatieplaat mag niet gelijk liggen met de aansluitingsnaad van twee verschillende ondergronden. De plaatnaad moet minimaal 10 cm overbruggend worden aangebracht en moet aan beide zijde van de ondergrond zijn voorzien van lijm.

Indien er open voegen tussen de isolatieplaten ontstaan < 0,5 cm opvullen met Capatect-Füllschaum B1. Bredere voegen met stroken gelijkwaardige isolatie opvullen.

Indien nodig de isolatieplaat conform de voorschriften extra mechanisch verankeren door middel van pluggen.

Opmerking:

Maatregelen voor de afvoer van water door middel van drainage in geval van stagnerend of langdurig drukkend water zijn van kracht als voorzorgsmaatregelen voor de instandhouding van de waterdichtheid en isolatie.

In het geval van cohesieve of gelaagde bodem waar water zich kan ophopen, moet worden gezorgd voor drainage om de toepassingssituatie te waarborgen. T

oepassing in de capillaire zone van het grondwater (meestal 30 cm boven het grondwater) en in het gebied van drukkend water is niet toegestaan.

Loodrechte verkeerslasten van meer dan 5 kN/m2 op de aangrenzende grond moeten minstens 3 m van de thermische isolatie verwijderd blijven.

Capatect Sockel- und Perimeterdämmplatten 113 worden gebruikt voor thermische isolatie van muren in contact met de grond en boven het maaiveld in combinatie met Capatect gevelsystemen.

Bij afwijkende toepassingen graag advies vragen!

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.

Afval

Materiaalresten en verpakking afvoeren volgens de lokale regelgeving.

Servicecentrum

DAW Belgium B.V.
Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be