caparol_pim_import/caparol_be/products/image/268095/071458_Fugenmoertel_Keramik_082.png

Capatect Fugenmörtel Keramik 082

Minerale voegmortel voor het opvoegen met voegenspaan van keramische bekledingen (bijv. steenstrips, steengoed of glasmozaiek) in de Capatect gevelsystemen.

Toepassing

Minerale voegmortel voor het opvoegen van keramische bekledingen, zoals bijv. steenstrips met voegenspaan.

Eigenschappen

  • droge mortel conform DIN EN 998-2
  • uiterst geschikt om te gebruiken op gevelisolatie
  • geringe krimp
  • vorstbestendig
  • slagregendicht
  • weerbestendig
  • waterafstotend, zeer gehyrofobeerd
  • diffusie-open

Verpakking

25 kg zak

Kleur

Weiß, Architekt, Hellgrau, Mittelgrau, Schwarz, Stuhr-hell, Strand, Alt-Stuhr, Paris, Rot
Speciale kleuren en andere korrelgroottes op aanvraag.

Opslag

Koel, droog en vorstvrij. In de originele verpakking ca. 12 maanden.

Soortelijke massa

ca. 2,0 g/cm³

Grootste korrel

Fijne korrel tot ca. 1,5 mm
Groffe korrel tot ca. 5 mm (Alt-Stuhr)

Drukvastheid

categorie M10 conform DIN EN 1015-11

Materiaalbasis

Mineraal bindmiddel conform DIN EN 197-1 met speciale toeslagen

Product-nr.

082

Attentie

Op samenhangende vlakken materiaal van hetzelfde charge-nummer gebruiken.

natuurlijke kleurverschuivingen en kleurverschillen bij wisselende charges en droogomstandigheden zijn mogelijk.

Niet homogeen materiaal, wisselende hoeveelheden aanmaakwater en het niet aanhouden van de rijpingstijd kunnen - vooral bij sterk gepigmenteerde of donkere voegkleuren- tot een ongelijkmatige voegkleur leiden.

De voegflanken moete zuiver en vrij zijn van deeltjes die de aanhechting kunnen verminderen. Losse resten van aangedroogde kleefmortel verwijderen.
  • gelijkmatige voegdieptes van minstens  6 - 15 mm maken.

  • zorgen voor een gelijkmatige voegbreedte van 6 - 15 mm.

Het oppervlakken die gevoegd worden beschermen tegen weersinvloeden.

Voorbereiding van de ondergrond

De kleefmortel moet op het tijdstip van het opvoegen afgebonden en doorgedroogd zijn. de ondergrond moet egaal zijn, een gesloten oppervlak hebben en vrij zijn van stukjes die de hechting verminderen. Losse mortelresten verwijderen.
Zuigende ondergronden vooraf nat maken, water dat er op blijft staan voor het opvoegen verwijderen.

Men moet er op letten dat de ondergrond en de voegflanken een gelijkmatige zuiging hebben. Vlakken eventueel gelijkmatig nat maken om te verhinderen dat het materiaal te snel opdroogt. Een voldoende diepe voeg maken.

In de regel worden voegen na het aanzetten van de tegels of platen voor het uitharden van de lijmmortel op gelijke diepte gladgestreken of uitgekrabd.

Verwerkingsmethode

Opvoegen:
Mortel in de voeg leggen en met een passend voegijzer in de voegen smeren en licht aandrukken. Het materiaal gelijkmatig verwerken om een uniforme kleur te verzekeren. Letten op volledige vulling van de voegen en gelijkmatige verdeling. Diepe voegen in 2 lagen vullen. Eerst de horizontale voegen vullen en daarna de verticale.

Bij bekledingen met een oppervlak met grote poriën kunnen zich restjes voegmortel daar in vastzetten. Daarom raden wij aan steeds een proefopvoeging uit te voeren. Eventueel materaal (voegmortel) dat vast blijft plakken voorzichting van de keramische bekleding afborstelen.

Aansluitvoegen aan materialen met verschillende thermische uitzetcoëfficiënten met elastische voegdichtingsproducten uitvoeren.


Reiniging: 
Vuil, sluier, resten op het keramische oppervlak met geschikte renigers (eventueel advies opvragen), maar pas ten vroegste na 10 dagen, verwijderen.

Op engobeerde, in het bijzondere donkere keramische bekledingen kan het effect Newton-ringen (oppervlakkig, licht opalescerende verkleuringen) optreden. Die kan met geschikte reinigers (advies inwinnen) verwijderd worden.

Bij gebruik van sluierverwijderaars of andere reinigers, kunnen eventueel veranderingen van kleur van de voeg optreden, daardoor moeten pogingen tot reiniging eerst op onopvallende plaatsen uitgevoerd worden. Gelieve hiervoor advies in te winnen. Onjuiste behandeling leidt tot het vervallen van de garantie.

Verbruik

plaatformaat (mm)ca. verbruik
(kg/m2) bij voegdiepte
15 mm10 mm8 mm
240 x 71 (NF)5,5 - 6,53,5 - 4,53,0 - 4,0
240 x 52 (DF)6,0 - 7,04,0 - 5,03,2 - 4,2

Het verbruik is afhankelijk van het formaat van de bekleding, de voegdiepte en kan variëren alnaargelang het project en verwerkingsverliezen.

Verwerkingsomstandigheden

Tijdens verwerken en drogen mag de temperatuur van omgeving en ondergrond niet lager dan 5°C en hoger dan 25°C zijn.

De uitgevoerde vlakken moeten nabehandeld worden en beschermd worden tegen te snel uitdrogen. De afgewerkte opvoeging moet in de eerste dagen, afhankelijk van de weersomstandigheden, regelmatig met een geschikt apparaat, bijvoor een tuinsproeier, vochtig gemaakt worden ("benevelen"). 

Niet verwerken in de directe zon, bij sterke wind, mist, hoge luchtvochtigheid of bij kans op regen of nachtvorst.

Droogtijd

Bij 20°C en 65% relatieve luchtvochtigheid is de wapeningslaag na ca 24 uren ‘oppervlaktedroog’ en volledig uitgehard na 2 à 3 dagen.

In koele jaargetijden en bij hoge luchtvochtigheid is de droogtijd langer.

Reinigen gereedschap

Onmiddellijk na gebruik met water.

Materiaalbereiding

De inhoud van de verpakking (25 kg) met een langzaam draaiende mixer met ca 2.5 à 3.0 liter zuiver, koud water grondig mengen tot een homogene massa. Na ca. 3 minuten rijptijd nog eens grondig doormengen.

Altijd dezelfde hoeveelheid water gebruiken in verhouding met de hoeveelheid poeder om kleurverschillen te vermijden. om een gelijkmatige kleur te verzekeren, moet er vooral bij sterk gepigmenteerde of donkere voegmortelkleuren op gelet worden, dat het matariaal homogeen gemend wordt, de juiste en steeds gelijke hoeveelheid aanmaakwater alsook de rijptijd gerespecteerd worden. Niet met andere materialen mengen.
De mortel heeft de juiste consistentie bereikt als de in de hand samengedrukte mortel naar een paar keer heen-en-weer rollen op de handpalm niet uiteenvalt maar ook niet vreemd kleeft.

De mortel is bij 20 °C ongeveer 1 uur verwerkbaar. Hogere temperaturen verkorten de open-tijd, lagere verlengen ze.

Reeds opgesteven materiaal niet meer verdunnen met water.

In geval van poreuze bekledingen of matte glazuren van de bekledingen moet men absoluut een test op de bekleding uitvoeren. In sommige gevallen kunnen op deze oppervlakken achtergebleven mortelresten blijven vastzitten.
Naargelang de vochtigheid van de ondergrond en de zuiging van de tegels kan het uitdrogen van de voegmortel tot kleurverschillen leiden. Daarom altijd in zo gelijk mogelijke omstandigheden werken.

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Veroorzaakt huidirritatie. Veroorzaakt ernstig oogletsel. Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden. Buiten bereik van kinderen houden. Inademing van stof/spuitnevel vermijden Beschermende handschoenen/oogbescherming dragen. BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. Arts raadplegen. 
Achter slot bewaren.

Bevat Portlandcement, chemicaliën. Watergedragen cementsuspensies zijn alkalisch. 
Bevat : cement, anorganische kleurpigmenten, titaandioxide, additieven.

Bij accidentele indigestie raadpleeg het Antigifcentrum 070/245 245

Afval

Materiaal en verpakking volgens plaatselijke wetgeving.

Veiligheidsvoorschriften

Gevarensymbool: Xi – irriterend, bevat: cement

Giscode

ZP1

Servicecentrum

DAW Belgium B.V.
Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be