caparol_pim_import/caparol_be/products/image/242140/065786_Klebe_und_Dichtungsmasse_131_SL.png

Capatect Klebe- und Armierungsmasse 131 SL

Minerale lijm- en wapeningsmortel met organische lichte toeslagstoffen voor gebruik in de Capatect gevelsystemen

Toepassing

Zeer rendabele minerale lichtgewichtmortel voor het verlijmen en wapenen van gevelisolatieplaten op basis van minerale wol, polystyreen en polyurethaan, alsook op voldoende draagkrachtige minerale ondergronden.

Eigenschappen

  • gemiddelde tot dikke laagdikte van wapening (4-11 mm in één laag)
  • organische lichte toeslagstoffen (EPS-parels)
  • zeer lichte verwerking bij zeer laag verbruik
  • uitstekend machinaal te verwerken
  • zeer goed standvermogen
  • zeer waterdampdoorlatend
  • goede hechting op minerale ondergronden

Verpakking

15 kg zak

Kleur

Natuurwit

Opslag

Droog, beschermd tegen vocht.
In de originele gesloten verpakking min.12 maanden houdbaar.

Technische eigenschappen

Lichte pleistermortel (LW) conform DIN EN 998-1

Soortelijke massa

ρ ≈ 0,9 g/cm³

Warmtegeleiding

λ10 dry,mat ≤ 0,25 W/(mK) voor P=50 % conform DIN EN 1745
λ10 dry,mat ≤ 0,27 W/(mK) voor P=90% conform DIN EN 1745

Diffusieweerstandsfactor µ (H2O)

µ ≤ 20 conform DIN EN 1015-19

Drukvastheid

Categorie CS III conform DIN EN 998-1
3,5 N/mm2 tot 7,5 N/mm2 conform DIN EN 1015-11

Hechttreksterkte

fHZ ≥ 0,08 N/mm2 nach DIN EN 1015-12 
Breukbeeld A, B of C

Brandreactie

Klasse A2-s1,d0 conform DIN EN 13501-1 (onbrandbaar)

Consistentie

poeder

Materiaalbasis

Minerale bindmiddelen conform DIN EN 197-1 en DIN EN 459-1
Kunstharsdispersiepoeder

Capillaire wateropname

Categorie Wc1 conform DIN EN 998-1
C ≤ 0,40 kg/(m2·min0,5) nach DIN EN 1015-18

Laagdikte

Grondpleister (wapening): 4 - 11 mm, afhankelijk van het systeem

Aanvullende producten

Capatect Gewebe 650
Capatect Gewebe 666

Product-nr.

131 SL

Attentie

De vermelde vaste waarden vertegenwoordigen gemiddelde waarden die van levering tot levering licht kunnen verschillen door het gebruik van natuurlijke grondstoffen.

Geschikte ondergronden

  • Eventueel behandelde - minerale ondergronden, vaste oude pleisters, hout- en plaatmaterialen, isolatiematerialen. Minerale gebonden onderpleisters vanaf CS II volgens DIN EN 998-1 (drukvastheid minimaal 1,5 N/mm2) of vanaf PIc volgens DIN 18550.
  • Geschikt voor gebruik in ETICS, in de massieve bouw en bij renovatie.
  • Toepassing mogelijk voor zowel buiten- als binnengebruik.

De ondergrond moet vast, droog, vet- en stofvrij zijn en eventueel voldoende draagkrachtig voor het verpluggen.

Onzuiverheden en stoffen die de hechting verminderen (bijv. bekistingsolie) evenals uitstekende mortelbramen verwijderen. Beschadigde, afbladderende verf en structuurpleister moeten zoveel mogelijk worden verwijderd. Holle stukken pleisterwerk moeten worden afgeklopt en met pleister geëgaliseerd.

Sterk zuigende, zandende of poederende oppervlakken zijn grondig te reinigen tot op de vaste ondergrond en voor te strijken.
De compatibiliteit van eventuele bestaande lagen met de lijmmortel moet door een deskundige worden gecontroleerd.

Voorbereiding van de ondergrond

Bescherming:
Vensterbanken en aangebouwde delen afplakken.
Glas, keramiek, tegels, natuursteen, gelakte, gebeitste en geëloxeerde vlakken zorgvuldig afdekken.

Reinigen/gronden van de ondergrond:
De ondergrond moet vast, droog, vet- en stofvrij zijn en eventueel voldoende draagkrachtig voor het verpluggen.

Onzuiverheden en stoffen die de hechting verminderen (bijv. bekistingsolie) evenals uitstekende mortelbramen verwijderen. Beschadigde, afbladderende verf en structuurpleister moeten zoveel mogelijk worden verwijderd. Holle stukken pleisterwerk moeten worden afgeklopt en met pleister geëgaliseerd.

Sterk zuigende, zandende of poederende oppervlakken zijn grondig te reinigen tot op de vaste ondergrond en voor te strijken.
De compatibiliteit van eventuele bestaande lagen met de lijmmortel moet door een deskundige worden gecontroleerd.

Oude, minerale pleisters, beton:
Reparaties moeten goed afgebonden en droog zijn.
Zwak zuigend, glad:  grondlaag met CapaGrund Universal
Grof poreus, zuigend, licht zandend: grondlaag met OptiSilan TiefGrund of CapaTex Fix THIX.
Sterk zuigend, melend: grondlaag met OptiSilan TiefGrund of Dupa Fix Grund.

Materiaalbereiding

  • 15 kg materiaal (1 zak) in ca. 6 l water.

Het materiaal kan met een krachtige, langzaam draaiende mixer of doorloopmenger en schoon, koud water tot een klontvrije massa worden gemengd.

Na ca. 3 - 5 minuten opnieuw doormengen. Indien nodig de consistentie na deze rijpingstijd met een beetje water aanpassen.
Afhankelijk van het weer bedraagt de verwerkingstijd maximaal 1,5 uur.

Reeds verhard materiaal niet met water opnieuw werkbaar maken.

Verbruik

Lijmen van de isolatieplaten:
ca. 3,0 - 4,5 kg/m2

Grondpleister (wapeningslaag):

ca. 0,9 kg per mm laagdikte per m2
(komt bijvoorbeeld overeen met ca. 4,5 kg/m2 met een laagdikte van 5 mm)


Deze verbruikswaarden zijn slechts indicaties en kunnen variëren naargelang het opject en de verwerking.

Verwerkingsomstandigheden

Gedurende de verwerking en de droging mag de temperatuur van zowel de ondergrond als van de omgeving niet lager dan + 5°C en niet hoger dan +30°C zijn. Niet verwerken bij directe zonnestralen,  sterke wind, mist of als de relatieve luchtvochtigheid vrij hoog is.

Bij ongunstige weersomstandigheden moeten passende maatregelen worden genomen om de behandelde geveloppervlakken te beschermen.

Droogtijd

Grond- en tussenlagen moeten droog zijn voordat er opnieuw kan worden gecoat.

De wachttijd voor het overschilderen is afhankelijk van temperatuur, luchtvochtigheid, luchtbeweging en zonnestraling. De informatie is daarom bedoeld als richtlijn.
Eventueel noodzakelijke pluggen moeten pas worden aangebracht nadat het lijmbed voldoende is uitgehard.
De wapeningslaag moet voldoende gelijkmatig gedroogd zijn.

Wachttijd na verlijming

  • verpluggen: min. 24 uur, na voldoende uitharding van het lijmbed
  • grondpleister: in gelijmde systemen na ca. 3 dagen maar na het verpluggen

Wachttijd na grondpleister

  • Minerale eindpleisters: tot 5 mm laagdikte van het grondpleister minstens 2 dagen, en daarboven nog 1 dag per mm laagdikte
  • Organische eindpleisters: 1 dag/mm laagdikte van het grondpleister, maar minstens 5 dagen

Reinigen gereedschap

Onmiddellijk na gebruik met water met in acht name van de wettelijke richtlijnen.

Voorbeeld machineuitrusting

  • Doorloopmenger bijv. inoMIX F51 of m-tec D10
  • Toevoerpomp bijv. m-tec P 25 V
  • Mengpomp bijv. InoCOMB Maxi power of PFT G4 (½ power)

Toevoerslangen:
Startslangen - inwendig Ø 35 mm; eindslang - inwendig Ø 25 mm

Transportafstanden/-hoogte:
Maximale transportafstand 50 m; maximale transporthoogte 20 m
(afhankelijk van temperatuur)

Sproei-installatie:
Nozzle-Ø 8 - 12 mm

Spoel de toevoerslangen voor regelmatig gebruik met kalkmelk of pasta.

Als het werk wordt onderbroken, laat de toevoerslang dan niet in de volle zon liggen, bedek de materiaalcontainer bijvoorbeeld met folie en houd het pistool en de spuitkop onder water. Maximaal 30 minuten standtijd tot verdere verwerking, anders kan het materiaal in de slang hard worden.

Voordat het werk wordt gestopt, moet de materiaalcontainer in de toevoerpomp van het "open systeem" (continue menger + toevoerpomp) zo ver mogelijk worden geleegd om te voorkomen dat er materiaal in de slang vast blijft zitten bij het opnieuw opstarten. Als dit niet in acht wordt genomen, moet het materiaal mogelijk "vloeibaarder" worden gemaakt voordat de machine wordt opgestart (met uitgeschakelde machine).
Meer informatie hierover vindt u in de "Handleiding spuittechniek".

De instructies van de machinefabrikant moeten in acht worden genomen.

Verlijmen van de isolatieplaat

  • Handmatige of machinale verwerking mogelijk
  • Isolatieplaten minstens 10 cm verspringend in een verband leggen en goed aan elkaar verbinden
  • Voegen moeten vrij blijven van lijm
  • Dicht voegen tussen isolatieplaten nooit af met lijm
  • Voegen ≤ 5 mm opvullen met geschikt brandvertragend voegschuim
  • Dicht voegen en kieren > 5 mm met gelijkwaardige isolatiestrips
  • Isolatiematerialen op de hoeken van het gebouw vertanden
  • Zorg voor een horzontaal en verticaal loodrechte plaatsing
  • Niet-gecoate minerale wolisolatieplaten vooraf bepleisteren in het lijmvlak (press-pleistering)
  • Beschadigde isolatieplaten mogen niet geplaatst worden


Worst-punt-methode
Breng een omlopende worst aan op de rand van de plaat en lijmdotten in het midden.
midden.

Lijmcontactvlak - pleistersystemen ≥ 40 %

Verlijming over het hele oppervlak
Op vlakke ondergronden kan de lijm over het volledige oppervlak worden aangebracht met een getande spaan/getande spaan. De isolatieplaten moeten onmiddellijk, uiterlijk na 10 minuten, met de zijde waarop de lijmmortel is aangebracht op de ondergrond aangebracht, ingeschoven en aangedrukt worden. Lamellenisolatieplaten van minerale wol moeten altijd over hun volledige oppervlak worden verlijmd.

Machinaal lijmen (deelvlakmethode)
Spuit het materiaal machinaal op de ondergrond in de vorm van verticale worsten. De lijmworsten moeten ongeveer 5 cm breed zijn en minstens 10 mm dik in het midden van de worst. De midden- tot middenafstand mag niet meer dan 10 cm bedragen. De isolatieplaten moeten onmiddellijk in het verse lijmmortelbed worden gedrukt, ingeschoven en worden aangedrukt. Om huidvorming te vermijden, breng slechts zoveel lijm aan als onmiddellijk met de isolatieplaten kan worden bedekt.

EPS-platen - lijmcontactvlak ≥ 60 %
Minerale wol isolatieplaten - lijmcontactvlak ≥ 50 %

Wapeningslaag

Om te zorgen voor een gelijkmatig vlak oppervlak en om het isolatieoppervlak van minerale wolisolatieplaten te stabiliseren, raden we aan om te egaliseren voordat de wapeningslaag wordt aangebracht. Breng hiervoor een eerste laag aan met de wapeningsmortel tot een dikte van ongeveer 2 mm en laat deze goed drogen.

  • In de hoeken van bouwopeningen aanvullend Capatect Diagonalarmierung, hoekprofiel of weefselstroken (ca. 25 x 25 cm) diagonaal in de wapening inbedden.
  • Plaats pleisterlijsten, hoeklijsten en profielen over het gehele oppervlak in de wapeningsmassa en lijn deze uit. Bij gebruik van Capatect Gewebe Eckshutz gaasstroken tot aan de rand aanbrengen.
  • Breng de wapeningsmortel aan met een roestvrijstalen troffel of machinaal. Controleer de laagdikte met een geschikte getande spaan. De laagdikte van de wapening moet gelijkmatig zijn.
  • Het Capatect Gewebe 650 of 666 over het gehele oppervlak inbedden zodat het gecentreerd is voor wapeningslaagdiktes tot 4 mm en in het bovenste derde deel voor diktes boven 4 mm.
  • De voegen van het weefsel moeten elkaar ca. 10 cm overlappen.
  • Vervolgens nat-in-nat overstrijken om een volledige bedekking van het gaas te garanderen.

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Conform EU richtlijn

Uitsluitend voor professioneel gebruik

Gevaar Veroorzaakt huidirritatie. Veroorzaakt ernstig oogletsel. Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. Inademing van stof vermijden. Na het werken met dit product de huid grondig wassen. Draag beschermende handschoenen/ oogbescherming/ gelaatsbescherming. NA INADEMING: de persoon in de frisse lucht brengen en ervoor zorgen dat deze gemakkelijk kan ademen. Bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM/ arts raadplegen. BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM/ arts raadplegen. Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren.

Bevat: Wit cement, portland, chemicaliën, Calciumhydroxide.
Waterige cementuitwassingen werken alkalisch.

Extra advies: Draag een lange broek! Vermijd langdurig huidcontact met de pleister. Reinig de aangetaste huid onmiddellijk grondig met water. Hoe langer verse pleister op de huid blijft zitten, hoe groter het risico op ernstige huidbeschadiging. Het is essentieel om tijdens het aanbrengen de gezondheids- en veiligheidsinstructies van de fabrikant op te volgen.

Verwijdering: Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale, nationale en/of internationale regelgeving. Mag niet in riolering of milieu terechtkomen.
VOS-gehalte conform RL 2004/42/EG: Het VOS gehalte van dit product is max. 1 g/l.
Declaratie van inhoudstoffen: Cement, Calciumhydroxide, Polyvinylacetaathars, , Silicaat, Calciumcarbonaat, Minerale pigmenten/-vulstoffen, Additieven.

Antigifcentrum 070/245 245

Servicecentrum

DAW Belgium B.V.
Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be