Definitie van de mogelijke toepassingen

Indeling van de vlakken, binnen en buiten, aan de hand van de verschillende klimatologische belastingen als leidraad voor de keuze van de geschikte verf of bekleding. 

Toepassing

Zowel buiten als binnen hangt de keuze van de geschikte producten en systemen voor het oppervlak in kwestie nauw samen met de staat, het gebruik en de meest uiteenlopende klimatologische belastingen. Een globale opsplitsing tussen toepassingen binnen en buiten is niet altijd precies genoeg om te bepalen of een product geschikt is voor de toepassing in kwestie. Ook binnen kan, naargelang het gebruik, onder invloed van temperatuur, waterdamp of condensatievocht verschil in intensiteit optreden. Terwijl het binnenklimaat in een gewone woning bijvoorbeeld altijd constant en niet-kritisch is, kan dat in een productiehal of in een grootkeuken heel anders zijn. In beide gevallen gaat het nochtans wel om een binnenruimte.

In deze technische fiche worden 5 verschillende toepassingsgebieden met de gegeven klimatologische omstandigheden typisch voor de situatie of het gebruik gedefinieerd. Aan de hand van de juiste beschrijving en de opgesomde voordelen kunnen bouwobjecten in de verschillende toepassingsgebieden ondergebracht worden. Of een product geschikt is voor de toepassing in kwestie kan u in de afzonderlijke technische fiches van de Caparol-producten lezen.

Deze indeling maakt het mogelijk om trefzeker het juiste product te kiezen voor de meest uiteenlopende omstandigheden binnen en buiten.

Eigenschappen

Classificatie van de toepassingsgebieden 

Toepassingsgebieden
 Beschrijving Voorbeelden

binnen 1

Verwarmde ruimten binnen met vrijwel constante temperaturen en normale klimatologische omstandighedenWoningen, scholen, kantoren, winkels, ruimten in hotels en zorginstellingen

binnen 2

Ruimten binnen met occasioneel een hoge luchtvochtigheid zonder regelmatige condensatie aan het oppervlak Ondergrondse parkeergarages, badkamers in woningen en ruimten die gebruikt worden als woning of bedrijf, voor opslag en productie en kelders

binnen 3

Gesloten, niet verwarmde, geventileerde ruimten binnen en verwarmde ruimten binnen met regelmatig een verhoogde luchtvochtigheid en occasioneel opspattend water. Wanden en plafonds waarvan de oppervlaktetemperatuur af en toe onder het dauwpunt duikt. Grote keukens, waslokalen, productiehallen waarin veel waterdamp ontstaat, wanden en plafonds van zwembaden zonder dat er regelmatig opspatten water aanwezig is, koelcellen

buiten1

Vlakken buiten zonder directe weersinvloeden, waarbij af en toe condenswater alsook vorst-dooicyclus optreedt.Balkon- en galerijplafonds, loggia, plafonds van open parkeergarages, wanden en plafonds van tunnels, overdekte entrees

buiten 2

Vlakken buiten met directe blootstelling aan de weersinvloeden. Normaal voorkomende gevels, metselwerk en overige, voor schilderen geschikte oppervlakken buiten.


In de technische fiches van de afzonderlijke Caparol-producten wordt de geschiktheid voor de betreffende toepassingsgebieden in een tabel weergegeven. De volgende drie niveaus zijn mogelijk: 

    - niet geschikt
    o deels geschikt 
    + geschikt

De classificatie (o) „deels geschikt" sluit het gebruik in de aangegeven zone niet volledig uit. Onder bepaalde voorwaarden kan het product toch geschikt zijn. Indien nodig, gelieve advies te vragen. 

Toelichting:
Doorslaggevend voor de toepassing van het juiste product is de bestendigheid tegen klimatologische omstandigheden, met name vocht, temperatuurswisselingen en vorst-dooicycli. Zelfs wanneer een oppervlak niet direct door water wordt belast door bijv. regen, kan door condensatie water op de verflaag komen. Dit komt altijd voor als  de ondergrond het dauwpunt heeft bereikt of eronder komt. Gebeurd dit af en toe en maar over een korte periode, bijvoorbeeld op een keuken- of badkamermuur die niet door opspattend water wordt belast (toepassingsgebied binnen 2), dan heeft dit geen directe gevolgen voor het geadviseerde product. Treedt in bepaalde gevallen regelmatig condensatievocht op over een langere periode (toepassingsgebied binnen 3) dan moet een verfproduct worden toegepast die wel bestand is tegen deze vochtbelasting. Dit soort vochtsituaties kunnen zich ook voordoen op een oppervlakken die er op het eerste gezicht droog uitzien. Een voorbeeld hiervan is een plafond in een open parkeergarage (buiten 1). Is de ondergrond van beton of staal en het koelt ’s nacht af en komt de ondergrond overdag met warme lucht in contact dan vormt zich op het oppervlak condensatievocht wat weer nadelig kan zijn voor de aangebrachte verflaag.
 
In de tabel in de TI van het Caparol-product zijn deze omstandigheden opgenomen zodat een betere productkeuze kan worden gemaakt.

Opmerkingen

  • De betreffende ondergrond moet constructief in orde zijn, mag geen gebreken vertonen en moet voldoen aan de bouwkundige voorschriften.
  • De geschiktheid van een product voor een bepaalde toepassing heeft uitsluitend betrekking op de houdbaarheid van de verflaag onder de gegeven klimatologische omstandigheden. Andere invloeden zoals vervuiling, bestendigheid tegen chemicaliën, mos- en algenaangroei etc. zijn niet in het overzicht meegenomen. In voorkomende gevallen een ander product kiezen.
  • Buitenmuurverven met met filmconserveermiddel mogen niet worden toegepast in toepassingsgebied voor binnen 1 en 2, ook als de klimatologische omstandigheden dit aangeven.
  • De toepassing van oplosmiddelhoudende producten is op grond van ARBO-wetgeving voor toepassing binnen verboden.
  • Ondergronden die permanent worden belast met condensatievocht of spatwater zoals in douchecellen, sauna's, randen van zwembaden etc. zijn door de extreme belasting niet in het overzicht opgenomen. Hier moeten in voorkomende gevallen speciale producten worden toegepast. Vraag zonodig om advies.

Servicecentrum

DAW Belgium B.V.
Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be