Capatect Capapor Bossensteine 121/016

Voorbereiding van de ondergrond

Alle ondergronden moeten draagkrachtig, glad, vast, scheurvrij, schoon, droog en vrij van stoffen zijn die de hechting verminderen.
Op gevelisolatiesystemen moeten de elementen op een droge wapeningslaag worden aangebracht.
De oneffenheid van de ondergrond mag niet meer dan 2 mm zijn, gerekend vanaf de zijkanten van het element.
Beton en onbehandeld pleisterwerk op draagkracht testen en losse delen verwijderen. Zuigende ondergronden met een geschikt voorstrijkmiddel behandelen.

Verwerkingsomstandigheden

Droogtijd

ca. 24 uur (bij 20 °C en 65 % RLV) bij gebruik van Capatect Capapor Profilkleber 121/09.
Lagere temperaturen en een hogere luchtvochtigheid verlengen de droogtijd.

Reinigen gereedschap

Direct na gebruik met water reinigen.

Montage, bevestigen, op maat maken

Voorbehandeling
Vooraf bepalen waar de elementen aangebracht moeten worden.
Bij het opstellen van een plan van aanbrengen rekening houden waar de voegen van de elementen bij bijv. ramen, vensterbanken etc. komen. Er mag geen beweging ontstaan.
De Capatect Capapor Bossenstein elementen niet over open geveloppervlakken (bijv. gaten) aanbrengen.

Voorstrijken
De bovenzijde van de vensterbanken, welke later met Capatect SockelFlex wordt behandeld, voorstrijken met CapaSol Konzentrat 1:2 verdund met water.
De kopse kanten van de elementen ter plaatse van de aansluitvoegen (voegflanken) voorstrijken met CapaSol Konzentrat 1:2 met water verdund voordat de kitvoeg wordt aangebracht.
Praktische tip: voegflanken voor het lijmen voorstrijken

Montage
De Capapor elementen zonodig op maat zagen. Gebruik hiervoor een kapzaag en verstekbak. De elementen stofvrij maken.
Capatect Capapor Profilkleber 121/109 over het gehele te verlijmen oppervlak van ondergrond en achterzijde van het element met een vertande spaan (vertanding 8-10 mm) aanbrengen volgens de Floating-Buttering methode. Het verlijmen gebeurd over het gehele oppervlak, ook bij de op maat gezaagde elementen.
Het element met een lichte druk schuivend en vast aandrukken. Zonodig tegen wegglijden maatregelen nemen.
De aansluitvoegen op de ondergrond moeten rondom met lijm zijn afgedicht.
Lijmvoegen met een natte penseel afdichten. Versteknaden e.d. over de gehele lengte van de aansluiting verlijmen.
De aansluiting aan bovenzijde van het element op de ondergrond moet geheel met lijm zijn afgedicht. Bij horizontale aansluitingen deze als holle voeg uitvoeren.

De Capatect Capapor Bossensteine niet over openingen in de ondergrond aanbrengen.
Teveel aan lijm direct met water verwijderen om problemen met de hechting van minerale sierpleister te voorkomen.

Aansluitingen
Bij de randen van de Capapor Bossensteine met een plaatdikte tot 15 mm, het element met Capatect Capapor Profilkleber 121/109 verlijmen. 
Stootvoegen en uitwendige hoeken met een kantdikte van minimaal 20 mm over het gehele oppervlak verlijmen met Capatect Fugenmasse MS.
Overlappende elementen op uitwendigen hoeken met een kantdikte van minimaal 20 mm met Capatect Capapor Profilkleber 121/109 of Fugenmasse MS verlijmen.
Te veel aan lijm na uitharden afsnijden. De voegbreedte is 2 - 3 mm.

Vraag zonodig advies aan bij DAW Belgium.

Aansluitvoegen
Aansluitingen op andere bouwdelen, bijv. ramen, in de aansluitvoeg een PE-rugvulling aanbrengen en vervolgens met Fugenmasse MS afdichten. De voegbreedte afstemmen op de te verwachten thermische werking (e.e.a. volgens DIN 18540).

Schilderen van de elementen.
Kleine beschadigingen aan de elementen kunnen met Capatect Capapor Profilspachtel 121/110 worden bijgewerkt.
De te behandelen ondergrond met een schuurblok voorzichtig schuren. voegvulling en lijm moeten droog zijn. Verwijder stof en resten die de hechting verminderen.
De elementen minimaal 2x schilderen met een geschikte buitenmuurverf ThermoSan NQG.
Bij donkere kleuren met een lichtreflectie van < 20 moet een TSR-waarde van ≥ 25 % worden aangehouden.

Oppervlakken met opspattend water (basement)
De Capapor Bossensteine moeten bij opspattend water waterdicht worden afgewerkt. Het einde van het element moet tot minimaal 10 mm op de vaste ondergrond waterdicht behandeld zijn. De Capapor Bossensteine tot min. 50 mm boven het maaiveld waterdicht behandelen met SockelFlex. Deze plaatsen vooraf voorstrijken met Sylitol RapidGrund 1:2, verdund met water. 
Wordt opspattend water verwacht tot 300 mm boven maaiveld dan eerst de elementen impregneren met DisboXAN 450 Fassadenhydrophobierung.

Toepassing

Voor andere toepassingen advies aanvragen.

Dunnere en andere afmetingen van de Capatect Capapor Bossensteine stellen hogere eisen aan de applicatie om een vlak eindresultaat te bereiken. Ook kunnen de elementen sneller breken. Neem vooraf de nodige maatregelen ter plaatse. 

Aansluitingen
Aansluitvoegen van de elementen blijven optisch zichtbaar. Op de voeg kunnen haarscheuren in de verflaag ontstaan. Dit is technisch geen probleem.

Brandgedrag
Afhankelijk van de toepassing en de toegepaste buitenmuurverf is een afwijking van het brandgedrag mogelijk. 

Let op! 
Niet met de elemenet gooien en op een gladde, stabiele  ondergrond verplaatsen. Bij meerdere elementen op elkaar tussen de elementen golfkarton plaatsen om beschadigingen en doorbuigen te voorkomen. De zijkanten extra beschermen.

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Afval

Technisch advies

Servicecentrum

Technische informatie

• Technische Informatie Capapor Bossensteine
• Technische informatie Capapor Bossen 121

Technische informatie

• Technische Informatie Capapor Bossensteine
• Technische informatie Capapor Bossen 121