Capatect Schraubdübel Short 030
Schotelplug met Europese goedkeuring voor bevestiging van Capatect gevelsystemenToepassing
Schroefplug met voorgemonteerde, glasvezelversterkte kunststof schroef en plugschotel voor isolatiediktes van 20-60 mm.
ETA-gekeurde plug voor Capatect gevelisolatieplaten binnen de Capatect gevelsystemen in geschikte ondergronden.
Eigenschappen
- Speciaal voor dunne isolatieplaten
- Geringe verankeringsdiepte in alle gebruikscategorieën (A-E)
- Warmtebrug geoptimaliseerd
- Gelijkliggende montage
- Verankering in alle gangbare ondergronden
- Tijdbesparende verwerking
Kleur
GrijsOpslag
Koel, droog en vorstvrij.Technische eigenschappen
Plugtype | Product- nr. | Lengte (mm) | Veranker- ingsdiepte hnom (mm) | Verpakking (st./karton) |
Capatect Schraubdübel Short 030 weerschaal ≥40 mm en <100 mm | 030/060 | 060 | ≥ 30 | 100 |
030/080 | 080 | ≥ 30✱ | 100 | |
030/100 | 100 | ≥ 30✱ | 100 | |
ø-schotel(mm) | 60 | |||
ø-schacht(mm) | 8 |
✱In gebruikscategorie E zijn hogere trekbelastingen bij een grotere verankeringsdiepte (≥ 50 mm) vereist.
Aanvullende producten
Productnaam | Product-nr. | Verpakking (st./karton) |
Capatect Schraubdübel Short Tool Pro 030/01 voor montage gelijk met het oppervlak | 030/01 | 1 |
Capatect Schraubdübel Short Bit 030/02 voor montage gelijk met het oppervlak | 030/02 | 1 |
Capatect Dübelscheibe 153/VT 90 | 153/VT 90 | 100 |
Capatect Dübelscheibe 153/140 | 153/140 | 100 |
Product-nr.
030Voorbereiding van de ondergrond
Zorg ervoor dat de isolatieplaten vlak worden gepelaatst en dat de randen correct worden verlijmd.
De pluglengte moet worden bepaald in functie van de ondergrond, eventuele niet-dragende lagen waarmee rekening moet worden gehouden en de te bevestigen systeemdikte.
Montage
De pluggen mogen pas geplaatst worden nadat het lijmbed voldoende is uitgehard (ca. 2 dagen). De pluglengte moet zodanig worden gekozen dat een verankeringsdiepte van minstens 30 mm (cellenbeton minstens 50 mm) in het massieve wandmateriaal wordt bereikt (zonder rekening te houden met eventuele oude pleisterlagen of andere niet-dragende tussenlagen). Met behulp van een boormachine (voor holle bakstenen, holle kalkzandsteen en cellenbeton zonder slag- en hamerwerking) moeten de pluggaten Ø 8 mm, haaks op het dragende bouwelement worden geboord. Boor de gaten over het algemeen minstens 10 mm dieper dan de vereiste verankeringsdiepte. Verwijder vóór het plaatsen van de plug het boorstof uit het boorgat om de vereiste verankeringsdiepte te garanderen.
Montage aan het oppervlak van de isolatieplaat:
Boorgat maken door het isolatiemateriaal heen in de dragende ondergrond. Boordiepte in ondergronden van categorie A-E min. 40 mm met 30 mm verankeringsdiepte. In ondergrond categorie E minimaal 60 mm boordiepte met 50 mm verankeringsdiepte.
Combineer pluggen en plugschotels afhankelijk van het type isolatiemateriaal. Plaats de schroefplug in het geboorde gat en schroef het bijbehorende bit of gereedschap gelijk met het oppervlak. De plugschotel moet na het instellen gelijk met het oppervlak liggen.
Bepaling van de pluglengte:
La > hnom+ ttol+ hD
La = pluglengte
hnom = noodzakelijke verankeringsdiepte
ttol = tolerantiecompensatie (dikte van de lijmlaag) en eventueel niet-draagkrachtige bouwdeellagen
hD = isolatiedikte
De tolerantiecompensatie bedraagt in totaal
+ Dikte van niet-dragende lagen (dikte van oud pleisterwerk, HWL-platen, steenstrips, enz. indien aanwezig, vaak is de oude pleisterdikte ca. 20 mm)
+ Dikte van de lijmmortellaag nadat de isolatieplaten tegen de muur zijn gedrukt. (meestal ca. 10 mm)
+ Extra egalisatie van geveloneffenheden
+ Indien van toepassing, dikte van de wapeningslaag voor bevestiging van het weefsel
Toelating
ETA-17/0991Servicecentrum
DAW Belgium B.V.Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be