
Amphibolin
De universele, zijdematte, buitenmuurverf op acrylaatbasis. Geschikt voor veel soorten ondergrond. Eventueel binnen toe te passen.


Toepassing
Veelzijdig toe te passen buitenmuurverf, oplosmiddelvrij en met een minimale emissie. De specifieke samenstelling vermindert het z.g. schrijfeffect wat optreedt bij donkere kleuren.Hecht buitengewoon goed op bijna iedere ondergrond.
Niet geschikt voor buiten-gevelisolatie systemen.
Buiten voor weerbestendige verflagen op gladde en fijngestructureerde ondergronden met hoge bescherming tegen aggressieve schadelijke stoffen in de lucht.
Als binnenmuurverf zeer sterk, schrobvast en structuurbehoudend. Bijzonder geschikt voor afwerkingen, waaraan hoge eisen worden gesteld ten aanzien van de belastbaarheid, zoals op Capaver-glasvezelweefsels. Ook geschikt voor zwak verlichte gangen, trappenhuizen, garages, opslag- en bedrijfsruimten.
Eigenschappen
- sterke hechting op veel ondergronden
- hoge reflectiegraad
- bestand tegen desinfecteermiddelen
- minimale emissie en oplosmiddelvrij
- slagregendicht, waterafstotend
- betonbescherming: licht CO2 -doorlatend (sd - CO2 < 50 m) (carbonatatieremmend)
Materiaalbasis
100% zuiver acrylaat met een bestanddeel die de hechting bevordert.Verpakking
1¼, 2½, 5 en 10 liter.Kleur
Wit.
Andere kleuren kunnen worden gekleurd via ColorExpress. Kan in de fabriek worden gekleurd voor bestellingen van 100 liter of meer in één kleur en één bestelling.
Voor verwerking moet het materiaal worden gecontroleerd op kleurnauwkeurigheid en kwaliteit. Klachten over afwijkingen kunnen na verwerking niet meer worden erkend.
Verwerk op aaneengesloten oppervlakken getint materiaal met dezelfde batch of meng materiaal van verschillende batches vooraf.
Intensieve kleurtinten kunnen een lagere dekkracht hebben. Het is daarom raadzaam om op deze tinten een vergelijkbare, dekkende, witte pastelkleur aan te brengen. Een tweede laag kan nodig zijn.
Kleurstabiliteit volgens BFS informatieblad nr. 26:
Klasse A
Pigmentgroep: 1-3, afhankelijk van de kleurtint
Glansgraad
Reflectometerwaarde:Klasse G2 (gemiddelde glans) conform DIN EN 1062-1
Meethoek 60°, vereiste ≤ 60
Meethoek 85°, vereiste > 10
Opslag
Koel, beschermd tegen vorst en vermijd grote temperatuurschommelingen. Beschermen tegen direct zonlicht. Geopende verpakkingen goed gesloten houden.
Ten minste 12 maanden houdbaar in de originele, afgesloten verpakking.
Technische eigenschappen
- Natte slijtage klasse: R-klasse 1 conform DIN EN 13 300 (≤ 5 µm bij 200 schuurcycli)
- Dekkracht: H10-klasse vonform DIN EN 13 300 (98 % ≤ X < 98 %)
- Koolstofdioxide-doorlaatbaarheid: klasse C1 conform DIN EN 1062-1 (sd > 50 m conform EN 1062-6)
Soortelijke massa
ρ ≈ 1,4 g/cm3Grootste korrel
Klasse S1 conform DIN EN 1062-1S <100 µm conform EN ISO 1524
Drogelaagdikte
Klasse E2 conform DIN EN 1062-1E = 50–100 µm conform ISO 3233
Wateropname
Klasse W3 (laag) conform DIN EN 1062-1W ≤ 0,1 kg/(m2✱h1/2) conform EN 1062-3
Waterdampdoorlaatbaarheid (µ waarde)
Klasse V2 (gemiddeld) conform DIN EN 1062-1sd ≥ 0,14 - < 1,4 m conform EN ISO 7783-2
Aanvullende producten
OptiSilan TiefGrund, CapaGrund UniversalProduct-nr.
100Toepassing conform technisch informatieblad nr. 606
binnen 1 | binnen 2 | binnen 3 | buiten 1 | buiten 2 |
+ | + | + | + | + |
(–) niet geschikt / (○) deels geschikt / (+) geschikt |
Geschikte ondergronden
- Minerale ondergronden, bijv. pleisters vanaf CS II volgens DIN EN 998-1 (druksterkte ten minste 1,5 N/mm2) of vanaf PII volgens DIN 18550
- Pasteuze pleisters en coatings op basis van dispersie, siliconenhars, dispersiesilicaat en silikaat
- Beton, metselwerk, bestaande verflagen, verzinkte vlakken, hard-PVC, niet maathoudend hout
- Binnen: bijv. ook gipspleisters, giipsbouwplaten en gipsplaten, lijmverven, behang
De ondergrond moet vast, draagkrachtig, vrij van vervuiling, scheidende stoffen en droog zijn. Neem VOB, deel C, DIN 18363, paragraaf 3 in acht. Om coatings met een uniforme kleurtint te verkrijgen, moet de ondergrond gelijkmatig absorberen.
Identificeer de oorzaak van scheuren in onderlagen en repareer scheuren op de juiste manier, afhankelijk van het type en de omvang van de scheur.
Voorbereiding van de ondergrond
De volgende informatie is als voorbeeld bedoeld en niet bindend. De coating wordt aangebracht na de nodige voorbereiding van de ondergrond. Het wordt aanbevolen om een testoppervlak te creëren om de compatibiliteit van de coating te bepalen.
Beschermende maatregelen:
Glas, keramiek, klinkers, natuursteen, geverfde, geglazuurde, geanodiseerde oppervlakken en te beschermen oppervlakken zorgvuldig afdekken. Verwijder spatten onmiddellijk met water.
BUITEN
Reinigen van ondergronden:
Vervuilde oppervlakken reinigen, minder stabiele lagen met een geschikte methode verwijderen. Wettelijke voorschriften in acht nemen. Bij behandeling met water voldoende droogtijd in acht nemen.
Mogelijke methoden (niet bindend):
- Chemisch reinigen: Vegen, afborstelen.
- Waterstralen onder druk: max. temperatuur 60° C, max. druk 60 bar.
- Mechanisch reinigen: strippen, schuren, schrapen, plaatselijk demonteren, enz.
De wachttijd voor het overschilderen hangt onder andere af van de weersomstandigheden en de laagdikte. De standtijd moet worden verlengd bij lage temperaturen en hoge luchtvochtigheid.
Wachttijd voor nieuwe minerale pleisters:
- Richtwaarde voor de wachttijd bij 20°C en 65% relatieve luchtvochtigheid: minimaal 1 dag per mm totale laagdikte van grond- en afwerkpleister, maar minimaal 14 dagen.
Voorstrijken met CapaGrund Universal vermindert het risico op kalkuitbloeiingen op alkalische (minerale en silicaat) afwerkpleisters, zodat een verflaag kan worden aangebracht na een wachttijd van ten minste 7 dagen. Als alternatief kunnen minerale pleisters afgewerkt worden met Sylitol® Finish 130. Langere wachttijden verminderen het risico op kalkuitbloeiingen.
Voor bijzonder felle kleuren kunnen maatregelen nodig zijn, bijv.
- langere standtijd van de pleisterondergrond
- voorstrijken met CapaGrund Universal
- steigerzeilen ter bescherming enz.
Wachttijd voor nieuwe pasta-achtige pleisters:
Na volledige droging opnieuw coaten, op zijn vroegst na 2-3 dagen.
Indien nodig voorstrijken met CapaGrund Universal.
Oude minerale pleisters, beton, minerale verven:
Reinigen, minder sterke lagen verwijderen.
Licht absorberend, glad: Voorstrijken met CapaGrund Universal.
Grof poreus, absorberend, licht zanderig: Voorstrijken met OptiSilan TiefGrund.
Sterk schuurbaar, poederachtig: Voorstrijken met OptiSilan TiefGrund of Dupa Fix Grund.
Oude, pasteuze matte coatings:
Reinigen, minder resistente lagen verwijderen.
Zwak zuigend: zie systeemopbouw.
Matig zuigend: CapaGrund Universal verdund met max. 3% water.
Sterk zuigend, krijten, schuren: Voorstrijken met OptiSilan TiefGrund of Dupa Fix Grund.
Indien nodig tussenlaag aanbrengen met CapaGrund Universal.
Glanzende en waterafstotende (hydrofobe) oppervlakken:
Indien nodig mechanisch opruwen. Voorstrijken met CapaGrund Universal.
Als er na het mechanisch opruwen nog water parelt, wordt een voorstrijklaag van Dupa-HaftGrund aanbevolen.
Pleisterwerk / beton met sinterlaag, pleisterreparaties:
Reinigen, minder bestendige lagen verwijderen.
Coaten met Histolith® Fluat en afspoelen.
Pleisterwerk moet goed uitgehard en droog zijn.
Beton met eisen volgens DIN EN 1504-3:
Raadpleeg het Disbon productprogramma.
Gebarsten pleisterwerk of betonnen ondergronden:
Achterhaal de oorzaak van scheuren in ondergronden en repareer scheuren op de juiste manier, afhankelijk van het type en de omvang van de scheur. Afhankelijk van de scheurklasse coaten met FibroSil of PermaSilan.
Door schimmels of algen aangetaste oppervlakken:
Reinig oppervlakken met schimmel- of algenaantasting door natstralen in overeenstemming met de wettelijke voorschriften. Na het drogen voorbehandelen met een fungicide volgens de instructies van de fabrikant.
Zoutuitbloeiingen, vocht:
Coatings worden voortijdig vernietigd door minerale zouten. Bij het verven van oppervlakken met zoutuitbloeiingen en (optrekkend) vocht kan geen garantie worden gegeven voor de permanente hechting van de coating of het voorkomen van zoutuitbloeiingen.
Raadpleeg het Histolith® productprogramma.
Cellenbeton met draagkrachtige oude coating:
Reinig intacte oppervlakken. Een grondlaag CapaGrund Universal wordt aanbevolen. Als de gasbetonlaag niet intact is, neem dan het Caparol bouwbeschermingsprogramma in acht.
Baksteenmetselwerk:
Alleen vorstbestendige gevelstenen of klinkerstenen zonder vreemde insluitsels zijn geschikt voor coatings. Het metselwerk moet zonder scheuren gevoegd, droog en vrij van zout zijn.
Voorstrijken met Dupa Fix Grund.
Bij bruine verkleuring in de tussenlaag doorgaan met Duparol watervrije gevelverf.
Kalksteenmetselwerk:
Het metselwerk moet zonder scheuren, droog en vrij van zout zijn. Maak krijtende/slijpende oppervlakken schoon. Voorstrijken met OptiSilan TiefGrund.
Vezelcementplaten zonder asbestvezels:
Blootliggende platen behandelen, inclusief de achterkant en randen.
Nieuwe, sterk alkalische vezelcementplaten: Voorstrijken met Disbon 481 EP-Universalprimer om kalkuitbloeiingen te voorkomen.
Cementgebonden spaanplaat:
Vanwege de hoge alkaliteit van cementgebonden spaanplaten voorstrijken met Disbon 481 EP-Universalprimer om kalkuitbloeiingen te voorkomen.
Draagkrachtige, oude plasto-elastische emulsieverflagen:
Minder stabiele lagen reinigen en verwijderen.
Bij het schilderen van deze ondergronden mag Amphibolin alleen in wit of in lichte tot middelzware tinten met een lichtheidswaarde > 60 worden toegepast.
Hout, niet maatvast, ongelakt:
Bij nieuw hout harsuitvloeiingen en -bellen verwijderen. Vettige tropische houtsoorten afwassen met nitroverdunner. Verwijder op oud hout verweerde lagen tot op het gezonde hout. Het houtvochtgehalte mag niet hoger zijn dan 12% voor loofhout en 15% voor naaldhout.
Voorstrijken met CapaWood Aqua Isolation.
Voor hout dat de neiging heeft te verkleuren, is een tussenlaag CapaWood Aqua Isolation vereist.
Verzinkte oppervlakken:
Reinigen van het zinkoppervlak.
Bij gekleurde verflagen op gegalvaniseerde oppervlakken kan witte uitbloeiing optreden bij blootstelling aan hoge vochtniveaus. Droogwrijven en een extra laag Amphibolin aanbrengen.
Hard PVC:
Reinigen en schuren.
Coil coatings:
Reinigen met een ammoniakale bevochtigingswas. Voorstrijken met onverdunde Amphibolin.
Let op: Coil coatings die siliconen bevatten kunnen niet overschilderd worden. Aangezien deze niet ter plaatse kunnen worden gedetecteerd, moet altijd een testlaag worden aangebracht, gevolgd door een hechtingstest.
BINNEN
Pleisters van mortelgroepen Klasse CS II - CS IV / Drukvastheid conform DIN EN 998-1 met min. 2 N/mm2
Draagkrachtige, normaal zuigende pleister- lagen zonder voorbehandeling schilderen. Op licht zandende, zuigende pleilsters voorstrijken met OptiSilan TiefGrund oder Sylitol® RapidGrund 111.
Poreuze en zuigende pleisterlagen voorstrijken met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX.
Gipspleisters/ drukvastheid conform DIN EN 13279 met min. 2 N/mm2
Eventueel op gipspleister aanwezige sinterhuid en scharen afschuren. Het oppervlak stofvrij maken en voorstrijken met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX, zonodig tot max. 20 % met water verdund.
Gipsbouwplaten
Zuigende platen impregneren met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX. (Beplanking zie ook gipskartonplaten)
Gipskartonplaten
Eventueel aanwezige scharen afslijpen. Het oppervlak stofvrij maken. Geschuurde gipsreparaties en gipskartonplaten voorstrijken met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX.
Sterker zuigende steeds een grondlaag aanbrengen met OptiSilan TiefGrund. Platen met in water oplosbare bestanddelen die verkleuren impregneren met CapaTex IsoMat.
Kalkzandsteen of baksteen
Zoutuitbloeiiingen droog afborstelen. Grondlaag aanbrengen met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX. Bij sterker zuigende stenen een grondlaag met OptiSilan TiefGrund.
Beton
Eventueel aanwezige resten van ontkistingsmiddelen evenals melende, zandende substanties verwijderen. Een grondlaag aanbrengen met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX.
Goed hechtende verflagen
Matte, matig zuigende oppervlakken zonder voorstrijken schilderen. Glanzende oppervlakken en laklagen opruwen, reinigen en voorstrijken met CapaSil Primer.
Niet goed hechtende verflagen
Niet goed hechtende lak-, dispersieverf- of kunstharssierpleisterlagen geheel verwijderen. Op zwak zuigende, gladde oppervlakken een voorstrijklaag aanbrengen met CapaPrim Decor.
Op zuigende, zanderige of poreuze opper- vlakken een voorstrijklaag aanbrengen met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX. Niet goed hechtende minerale verflagen mechanisch verwijderen en het oppervlak stofvrij maken.
Voorstrijken met OptiSilan TiefGrund.
Lijmverflagen
Lijmverflagen volledig wegwassen. Alternatief mechanisch reinigen, naspoelen en voorstrijken met OptiSilan TiefGrund.
Rauhfaser-, reliëf- of ander behang van papier of glasvezel
Verven zonder voorbehandeling. Op reliëf- en reliëfpapier en designbehang moet een testlaag worden aangebracht. Geschuimd behang kan leiden tot tussentijdse reacties (kleverigheid, geur) wanneer het wordt geverfd.
Verwijderd behang
Lijm en resten van grondpapier wegwassen. Impregneren met CapaTex Fix of CapaTex Fix THIX.
Oppervlakken met schimmel
Reinigen met een schimmeldodend preparaat. Oppervlak laten drogen en schilderen met een schimmelwerende muurverf van Caparol.
Oppervlakken met nicotine, water, roet of vet
Oppervlak reinigen met water waaraan een gebruikelijk schoonmaakmiddel is toege- voegd. Voorstrijken met CapaTex IsoMat. Sterk vervuilde oppervlakken schilderen met CapaTex IsoMat.
Kleine beschadigingen
Na de vereiste voorbehandeling kleine beschadigingen repareren. Indien nodig nogmaals voorstrijken.
Opgepast Q2/Q3 pleisters / dunne gipslagen < 0,5mm
Bij het gebruik van gipshoudende, hydraulisch afbindende pleister in het kwaliteitsniveau Q2/Q3 wordt een transparante, watergedragen grondering aanbevolen zoals CapaTex Fix of CapaTex Fix ThiX.
Verwerkingsmethode
Aanbrengen met kwast / roller
Roer het materiaal goed door.
Airless spuitmethode
Materiaal goed doorroeren en zeven.
Spuithoek: 50°
Spuitkop: 0,017"- 0,021
Spuitdruk: 150 - 180 bar
Pistoolfilter in MW: 0,031 mm
Toepassing met Nespri-apparatuur
Materiaal goed roeren en zeven.
Dubbele spuitkop 0,016” - 0,019”
De materiaaltemperatuur wordt automatisch geregeld. De spuitdruk (open spuitpistool) voor het NespriPRO basistoestel bevindt zich in het groen gemarkeerde gebied van de manometer. Bij de NespriKIT slanghaspel moet deze op eigen verantwoordelijkheid worden ingesteld op het betreffende airless apparaat.
Het gebruik van Amphibolin in Nespri apparaten is mogelijk, maar niet nevelvrij!
Verneveling is alleen toegestaan met inachtneming van milieu- en arbovoorschriften.
Opbouw van het systeem
Om aanzetten te vermijden in één keer nat-in-nat aanbrengen.
Grondlaag:
Volgens de specificaties onder "Voorbereiding van de ondergrond”.
Aanbrengen met kwast / roller
Tussenlaag:
Amphibolin verdund met max. 5 % water.
Toplaag:
Amphibolin onverdund of verdund met max. 5 % water.
Airless spuiten
Tussen- en eindlaag:
Amphibolin verdund met max. 5% water.
Een licht narollen van de nog natte laag met een roller wordt aanbevolen.
Aanbrengen met Nespri apparatuur
Tussen- en eindlaag:
Amphibolin verdund met max. 5% water aanbrengen met de speciale Nespri apparatuur.
Rol de natte laag lichtjes na met een roller.
Verbruik
Ca. 8 m2/L per laag op een gladde ondergrond. Op ruwe oppervlakken naar verhouding meer. Nauwkeurig verbruik vaststellen door een proef op het object.Verwerkingsomstandigheden
De omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond mogen niet lager zijn dan +5°C of hoger dan +30°C tijdens het aanbrengen en drogen. Niet aanbrengen bij direct zonlicht, harde wind, mist of hoge luchtvochtigheid.
Bij ongunstige weersomstandigheden moeten passende maatregelen worden genomen om de te behandelen geveloppervlakken te beschermen.
.Droogtijd
Grond- en tussenlagen moeten droog zijn voordat er opnieuw kan worden overgeschilderd.
De wachttijd voor het overschilderen hangt onder andere af van de weersomstandigheden en de laagdikte. De specificaties hebben betrekking op 20 °C en 65 % relatieve luchtvochtigheid en dienen als richtlijn.
Het materiaal droogt en verhardt door chemisch-fysische processen en het vrijkomen van het water dat het bevat, d.w.z. de verdamping ervan. Koele en vochtige omgevingen vertragen deze processen.
- Droog oppervlak na ongeveer 3 uur
- Overschilderbaar na ongeveer 12 uur
- Volledig droog en belastbaar na ongeveer 3 dagen
Reinigen gereedschap
Het gereedschap direct na gebruik reinigen met water. De wettelijke richtlijnen in acht nemen.Opmerkingen
Er is een verhoogd risico op schimmel- en algengroei op geveloppervlakken die worden blootgesteld aan hogere vochtniveaus dan gebruikelijk of als gevolg van natuurlijke weersinvloeden. Het permanent voorkomen van schimmel- en algengroei kan niet worden gegarandeerd. Het risico op aantasting door micro-organismen kan aanzienlijk worden verminderd door een gevelverf met filmbescherming toe te passen.
Voor helderheidswaarden (HHW) lager dan 20 moet het pleisterwerk in ETICS na droging worden gecoat met ten minste twee lagen zonreflecterende gevelverf (CoolProtect met TSR-waarde ≥ 25), afhankelijk van de vereisten.
Er moeten speciale maatregelen worden genomen op massieve muren met HBW < 30, bijv. een bijkomende wapeningspleister met weefselinlaag over het hele oppervlak op de lichte grondpleister, en een zonreflecterende gevelverf met TSR ≥ 25 voor HBW < 20.
Houd rekening met de haalbaarheidsgrenzen van het respectieve systeem.
Bij donkere kleuren kan door mechanische belasting (krassen) lichte strepen, zgn. "schrijfeffect” ontstaan. Dit komt voor bij alle matte tot zijdematte muurvervenen heeft geen invloed op de productkwaliteit en -functionaliteit. ThermoSan® NQG® (Nespri) vermindert deze productspecifieke eigenschap van alle matte gevelverven.
Bij gladde, koele ondergronden of bij een trage droging van de verflaag door weersomstandigheden kunnen door vochtbelasting (regen, dauw, mist) bepaalde hulpstoffen uit de verflaag naar de oppervlakte komen in de vorm van geelachtige, transparante, licht glanzende en/of kleverige lopers (emulgatorlopers). Deze lopers zijn in water oplosbaar en zullen bij voldoende water, bijvoorbeeld na enkele flinke regenbuien, vanzelf verdwijnen. De kwaliteit van de verflaag wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed. Moet des ondanks toch direct overgeschilderd worden dan eerst de lopers met veel water wegwassen en voorstrijken met CapaGrund Universal. Bij verwerking en droging onder normale omstandigheden komen deze strepen niet voor.
Reparaties aan het oppervlak kunnen in meer of mindere mate zichtbaar zijn, zelfs als het originele afwerkmateriaal wordt gebruikt. Aftekeningen zijn onvermijdelijk. Of een reparatie als visueel storend wordt ervaren, hangt af van veel factoren zoals kleurschakering, glansgraad, laagdikte, ondergrond, verlichting enz.
Bescherm horizontale oppervlakken structureel (bijv. door betimmering).
Het gebruik van oppervlakteontsmettingsmiddelen op basis van fenol kan leiden tot vergeling van het oppervlak.
Certificaat
- Amphibolin CO2 weerstand
- Amphibolin Lichtreflectie
- Amphibolin Bestand tegen desinfecteermiddelen
- Amphibolin Test schadelijke stoffen
- Amphibolin Test schadelijke stoffen
Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)
Conform EU-richtlijn
Enkel voor professioneel gebruik
Waarschuwing
Kan een allergische huidreactie veroorzaken. Inademing van nevel of damp vermijden. Verontreinigde werkkleding mag de werkruimte niet verlaten. Draag beschermende handschoenen. Bij huidirritatie of uitslag: een arts raadplegen. Verontreinigde kleding uittrekken en wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Inhoud/ verpakking afvoeren naar een erkend afvalverwerkingsbedrijf.
Bevat: 1,2- benzisothiazool-3(2H)-on, 2-methylisothiazool-3(2H)-on, reactiemassa (3:1) van 5-chloor-2-methyl-2Hisothiazool-3-on en 2-methyl-2H-isothiazool-3-on. Let op! Bij verneveling kunnen gevaarlijke inhaleerbare druppels worden gevormd. Spuitnevel niet inademen.
In geval van accidentele indigestie raadpleeg het Antifgifcentrum 070/245 245
Afval
Inhoud / verpakking afvoeren volgens lokale regelgeving.EU-grenswaarde VOS
De EU-grenswaarde VOS voor dit type product (cat. A/c) is max. 40 g/l (2010). Het VOS gehalte van dit product is max. 1 g/l.Productcode
BSW20Inhoudstoffen
Polyacrylaathars, Polysiloxaan, Titaandioxide, Silicaat, Calciumcarbonaat, Aluminiumhydroxide, Water, Additieven, ConserveermiddelServicecentrum
DAW Belgium B.V.Tél.: (+32) (0)11 60 56 30
Fax: (+32) (0)11 52 56 07
E-mail: info-tech@daw.be
www.caparol.be